Column: Philips en dynamisch organiseren


In de NRC van 26 januari twee artikelen: ‘Van elektronicafabrikant naar lifestyle concern’ en ’de grote transformatie van Philips is afgerond.’ In het artikel over transformatie blijkt het vooral te gaan over Kleisterlee de CEO van Philips en wat hij – als hij straks vertrekt – achterlaat. In het artikel ‘Van elektronicafabrikant naar lifestyle concern’ vind je een en ander over de transformatie zelf. De koppen in de krant zijn niet onwaar, maar als zo vaak heeft de koppenmaker de kern gemist. Die kern is de overgang op een andere vorm van organiseren. Jammer, want daarmee wordt versluierd hoe goed Philips bezig is en hoe de kenniseconomie werkt.

Philips bedenkt een toepassing en maakt er een design voor. Design staat voor een ontwerp dat mooi is en mensen aanspreekt. Alles wat nodig is voor de realisatie wordt uitbesteed. Wat wordt vastgehouden is het vermogen om technologische mogelijkheden te volgen en te weten wie daarin leidend zijn. Philips organiseert de assemblage, zet de onderdelen desnoods zelf in elkaar en bewaakt het design. Marketing van wat bedacht is wordt de drijvende kracht. Toepassingen staan centraal, niet de technologie. Philips kan op die manier gebruik maken van lage-lonenlanden, van organisaties die ergens erg goed in zijn, van distributienetten waar ze zelf niet over beschikt. Het in de markt zetten van het merk Philips als sterk imago is dan noodzaak, vraagt grote investeringen en lang volgehouden consistent beleid. Een verbinding met distributienetwerken wereldwijd is onontkoombaar.
De verkoop van haar chipsdivisie, de verkoop van productiecentra, halvering van het personeelsbestand zijn afgeleiden, net als een internationale representatie in het bestuur. Philips heeft de overgang gemaakt naar dynamisch organiseren. Het is een formidabele prestatie. Het is niet zeker dat het definitief gaat lukken, maar dat is ondernemen. De overgang is noodzakelijk, gegeven de verschillen in kosten van arbeid over verschillende continenten. Ze is ook noodzakelijk, omdat de kosten van onderzoek en investeringen in technologische infrastructuur door een bedrijf met de omvang van Philips niet te dragen zijn en alleen door een verband van kapitaalverschaffers is op te brengen. Maar ze wordt ook afgedwongen door het fenomeen dat de kosten en opbrengsten van software nu in tal van toepassingen hoger zijn dan de opbrengsten en kosten van hardware.

Wat bij Philips in het groot gebeurt, zie je dagelijks in het klein. Mensen gaan op zichzelf aan de gang. Ze zoeken netwerken waarin ze zich met elkaar verbinden om iets voor elkaar te krijgen. Gsm, e-mail, internet maken het mogelijk dat ze elkaar gemakkelijk vinden. Ze zetten de stap naar dynamisch organiseren. Het neemt inmiddels een enorme vlucht in alle sectoren en over sectoren heen. Deze ontwikkeling toont wat mogelijk is op dit moment, maar het toont tegelijkertijd ook het verval van instituten. Veel mensen die bij de overheid of semi-overheid werken, melden zich bij ons omdat ze zichzelf kastijden vanwege het in de lucht moeten houden van dom makende systemen en procedures. Ze voelen zich door leidinggevenden geïntimideerd en willen ontsnappen. Ze hebben gezien dat in de vorm van dynamisch organiseren de wereld verandert.

Als je dan een interview leest van PvdA-kamerleden die om aandacht vragen voor het fenomeen dat alleen al het vorig jaar zo’n 100.000 mensen voor zichzelf zijn begonnen en de stap naar dynamisch organiseren hebben gezet en dat dit regelgeving en bescherming van die mensen eist, dan herken je hoe deze politici zijn blijven hangen en niet zien wat dynamisch organiseren voor henzelf en de instituten die ze representeren betekent.
Maar of politici deze ontwikkeling nu wel of niet herkennen: dynamisch organiseren haalt sluipend de bodem onder de instituten en haar representanten weg. Genoeg anderen hebben in de gaten hoe maatschappij en samenleving zich ontwikkelen en herkennen de verouderde benaderingen. Join reality!

Door: Wim van Dinten

Plaats een reactie