Column: Verdommen


Door slim onderhandelen kreeg de Christen Unie het in het regeerakkoord voor elkaar dat ambtenaren geen huwelijken tussen homo’s hoeven te voltrekken. Een typisch staaltje van politiek bedrijven. Je kunt een wet waar je het niet mee eens bent – voltrekking van homohuwelijken – niet terugdraaien, maar je wilt wel je aanhang de ruimte geven er niet aan mee te werken. Het akkoord is nog niet van de persen of het gelazer begint al: de PvdA en het COC beginnen een campagne die ertoe leidt dat zulke ambtenaren met kracht binnen 100 dagen moeten vertrekken. De achterban van de CU roept Rouvoet op hier werk van te maken. Maar die kijkt nu vooral op zijn neus. Vertegenwoordigers van de PvdA-fractie vinden dat de betreffende tekst in het regeerakkoord leeg is en niet serieus genomen hoeft te worden. Veel interessanter is de uitspraak van de fractievoorzitter van de CU: dat de actie van het COC en de PvdA de regering ertoe dwingt om de tekst uit het regeerakkoord tot wettelijke gedragslijn te verheffen. Hij wil de wet gebruiken om zijn zin te krijgen.

Sinds wanneer is een wet bedoeld om tegen de wil van de meerderheid van de bevolking iets door te zetten? In een democratie bevestigen wetten gedrag van een meerderheid, mits de minderheid in staat is zich ernaar te schikken. Een democratie bestaat bij de gratie van evenwicht tussen redelijkheid, rationaliteit en sociale samenhang. Voordat een wet er ligt, krijgen mensen bovendien de kans aan een situatie te wennen doordat erover gediscussieerd wordt en zij hun oordeel kunnen ontwikkelen. Maar als je wetten gebruikt om als lid van een coalitie je zin te krijgen tegen de bevolking in, dan ben je ontmaskerd als on-democratisch.

Sinds onze regeringen de afgelopen jaren meenden de samenleving te moeten vernieuwen naar Amerikaans model, worden wetten en bestuurlijke maatregelen gebruikt om het gedrag van mensen te veranderen. Elke kans om burgers dichter op de huid te zitten wordt benut. Was in het vorige kabinet de ‘war on terror’ het thema, in dit kabinet zal duurzaamheid gebruikt worden om de burger te knevelen.
Maar wat is duurzaam? Is dat het onder dwang moeten volgen van een regel om een gedacht doel te bereiken? Of is duurzaamheid een gedrag dat past bij de omstandigheden en spontaan ontstaat? Als het dit laatste is, gaat het erom omstandigheden zo te beïnvloeden dat mensen gaan doen wat past. Dus als auto’s heel snel kunnen rijden en steeds comfortabeler worden, zullen automobilisten ook sneller gaan rijden. Als wegen breed en stil zijn, zullen mensen sneller rijden dan over kronkelig en slecht onderhouden wegdek. Moet je dan erop uit zijn om mensen in snelle auto’s te verplichten langzaam te rijden op brede, strak geasfalteerde wegen als het rustig is? Borden met een maximale snelheid is dan zo’n opgelegde norm, die automobilisten niet ervaren als passend bij die situatie. Steeds hogere boetes en grotere pakkansen worden dan ingezet om hun gedrag te reguleren.
Of moet je als overheid proberen burgers andere omstandigheden aan te reiken waarin als vanzelf passend duurzaam gedrag ontstaat? Hoe ziet beleid er dan uit? Past daar bijvoorbeeld in dat je het gebruik van snelle auto’s tegengaat? Dat je merkt dat mensen op een kronkelige weg vanzelf al vaart minderen vergeleken met een rechte weg met ingebouwde verkeersdrempels?

Je ziet nu een toestand waarin mensen steeds minder de kans krijgen om naar eigen vermogen en inzicht verantwoorde keuzes te maken. Voor alles is een regel die gevolgd moet worden. Zelfs waar mensen het nog zelf kunnen oplossen wil de politiek regels maken, zoals een gedragstest voor potentieel gevaarlijke honden of het reguleren van alcoholgebruik op de kartbaan. De toestand waarin we zijn geraakt is dat leren door vallen en opstaan, zoeken naar passend gedrag onder omstandigheden, bij wet onmogelijk wordt gemaakt.
Het ontwikkelen van je eigen standpunt is ook al niet makkelijker geworden sinds het op tv alleen maar gaat over privé-zaken. Zelfs de inhoud van de publieke programma’s is geprivatiseerd. Het verkrijgen van inzicht in onze samenleving wordt steeds meer uit de media gebannen. Onze samenleving verdomt in hoog tempo.

Onze regeringen verdommen nog sneller. Het is alsof ze nog maar één gedragslijn hebben: regels maken om hun wil op te leggen. Want het gaat niet meer over de vraag of de wetgever ziet en volgt wat de meerderheid van het volk wil. Nee, de regering weet het beter.
Maar in kwesties van (kwaliteit van) leven en duurzaamheid gaat het om wat mensen ervaren en wat zij zelf van waarde achten. Die ervaring is breder ontwikkeld aan de voet van de samenleving dan in een Haagse cocon of de Amsterdamse grachtengordel.

Door Wim van Dinten

Plaats een reactie