Column: Naar gevoel voor realiteit


Tot mijn verrassing is op vrijdag 11 mei 2007 op het congres van de liberalen door Marc Rutte openlijk de vraag gesteld of het wel goed was dat men grootschaligheid als vormgeving in onderwijs en gezondheidszorg had gesteund. De resultaten ervan in die sectoren vallen tegen, werd als argumentatie gegeven. Ik dacht: eindelijk! Groot nieuws? Zou de Volkskrant er zaterdag de 12e mee openen? Nee dus.

Opmerkelijk was dat op dit congres Gerrit Zalm tot erelid werd benoemd. Hij is de langstzittende minister van financiën geweest, stond als verklaring op teletekst. Dat is zo, maar het zal een van de redenen geweest zijn. Vermoedelijk ligt hij nog goed in de partij en is Rutte hem schatplichtig. In Zalm’s tijd was geld vertrekpunt bij alle beslissingen, was hij groot supporter van VBTB: Van Beleidsvoorbereiding Tot Beleidsuitvoering. Beleid moest zo worden vorm gegeven dat de uitvoering daarop te toetsen was. VBTB versterkte zijn machtsbasis. Geld en getallen gaan dan onontkoombaar domineren en daarmee efficiency, de motor van de beweging naar grootschaligheid. Onder zijn verantwoordelijkheid is de aandeelhouder hoog te paard geraakt, heeft hij cyclisch financieel beleid gevoerd, maar ook begrotingen structureel op orde gebracht.

Als er één partij geweest is die de afgelopen 12 jaar met simplisme politiek heeft bedreven, dan is het wel de VVD. Dat simplisme heeft o.a in 2006 een verkiezing tot partijleider opgeleverd, nog voordat er een partijprogramma lag. Vrij spel voor wie graag op een persoonlijk programma gekozen wil worden en de partij gebruiken wil.

De overweging om afstand te nemen van grootschaligheid en de manier waarop dat door Rutte gecommuniceerd wordt, laat zien dat men weinig benul lijkt te hebben aan welke knoppen men draait bij regeren. De resultaten vallen tegen: er wordt nog steeds in VBTB-taal gecommuniceerd.
Wat ik waarnam in de Zalm-periode was dat ze het bij de VVD beter wisten. Ze waren bezig de maatschappij te innoveren. Al die mensen die de ramspoed van dit beleid aan den lijve hebben ervaren of voorspelden, zowel in het veld als in het ambtelijk apparaat, werden niet gehoord of begrepen het niet. De getroffenen zijn bovenal onze kinderen en de samenleving. In plaats van zich te schamen, oprecht excuses aan te bieden, enige bescheidenheid aan de dag te leggen maken ze hun icoon van die tijd erelid.

Waarop wijst het dat het nu aan de orde wordt gesteld. Grootschaligheid was ook een teken van de tijd. Het was politiek correct. Worden nu onder het geweld bij ABN Amro allerlei vooringenomenheden als ballonnen doorgeprikt? Of is het breder?
Zo is het wonderlijk op dezelfde zaterdagochtend te lezen dat Chirac – nb hij – over liberalisme net zo negatief denkt als over communisme. In de Volkskrant is uit zijn mond opgetekend: “Het liberalisme is als een kartonnen doos voor de arme.”
Wat zou hij ermee bedoelen? Dat je je erin kunt verschuilen tegen wind en maar even tegen regen? Dat je er wel op kunt bouwen, maar alleen iets dat niet te gewichtig is? Dat het meebuigt, maar niet toekomstvast is? Dat je het gebruikt als je niet over iets stevigers beschikt?

Wat mij betreft is het een uiting van wat hij als president moet hebben ervaren: er is niet één ideologie, theorie, religie, levenswijze of politieke grondslag – laat staan een klein modelletje – dat de complexiteit van leven dekt, zelfs niet voor één persoon, laat staan voor al wat leeft. Dat komen politici, bestuurders en managers in Nederland nu ook tegen. Het enige dat helpt is gevoel voor realiteit. Het wordt spannend te zien wie zich dat eigen kan maken of weer een kans geeft.

Wim van Dinten

Plaats een reactie