Column: Zomeravondlectuur


Het weer is knudde, lekker even buiten zitten of eten is er niet bij en veroordeeld tot binnen gun je jezelf als troost dan maar es wat luchtigs en ongecompliceerds: de Allerhande ligt er nog, net als het regionale sufferdje. Als verrassing rolt uit laatstgenoemde krant een zogenaamd Burgerjaarverslag. Ziet er gelikt uit: kleurige lay out, foto’s die tonen hoe betrokken de bestuurders zijn, waar ze het afgelopen jaar allemaal waren en hoezeer de burgers hen ter harte gaan. De burgemeester als ‘de kwaliteitsbewaker van alles’ vertelt – uiteraard op de voorpagina – hoe ontzettend belangrijk hij het vindt om beter naar inwoners te luisteren: vrijwel al zijn zinnen beginnen met ‘ik’. Hij is verplicht elk jaar verslag te doen van – heet het – de kwaliteit van de dienstverlening en de burgerparticipatie. Je bloed gaat er van tintelen! Als burger mag je ook reageren op wat je leest en wie dat snel doet maakt kans op een boekenbon.

De Nederlandse taal beleeft gouden tijden: naast bekende koek als klankbordgroepen, sociale veiligheid en het wijkgerichte werken ontdek je allerlei trouvailles: kernwethouders die de afstand tussen overheid en bevolking gaan overbruggen. Om na een fusie recht te doen aan de afzonderlijke dorpen kwam er een dorpskarakterschets. Wijkregisseurs doen een wijkschouw en denken met inwoners mee. En onderschat natuurlijk de rol van de bewonerspanels niet. Geld is geen probleem en voor projectjes te cashen via het fonds Lokale Sociale Impuls. Nergens hoeft iets mis te gaan: de gemeentelijke ombudsman is permanent waakzaam. Een tevredenheidonderzoek onder de inwoners spoort de laatste schoonheidsfoutjes op.
Wie er nog aan twijfelt of de gemeente met haar tijd meegaat, wordt gerustgesteld door de mededeling dat de gemeentelijke dienstverlening met klantvolgsystemen werkt en vraaggericht is. Verder kent men uitsluitend interactieve beleidstrajecten. Het veranderteam zal blijvend werken aan een betrouwbare, flexibele en verantwoorde gemeente.

Het hele jaarverslag zit vol systeemtaal en laat een steeds meer verfijnd en geperfectioneerd systeem zien. Lijkt bovendien een grote verkondiging van de Heldendaden van de lokale overheid. Wat er staat, gaat niet over het leven van mensen. Ook is in een tijd van beeldcultuur met zoveel tekst op de proppen komen een merkwaardig soort lef hebben. En dan schrijven over betere communicatie met burgers. . .

Associaties met o.a. de voormalige Duitse Democratische Republiek komen boven, waar het systeem in de loop der tijden iedereen en alles steeds meer vastzette en waar kranten aan het eind van de middag nog in grote stapels ongekocht lagen. Burgers konden de lofzangen van het regime op eigen prestaties en successen niet meer horen en verdragen: hun ervaring van het dagelijks leven was zo heel anders dan wat de bewindslieden in hun propagandateksten rondtoeterden. Machteloos om er iets aan te veranderen en totaal onverschillig lieten ze dit soort ‘nieuws’ dus maar letterlijk liggen.

Toch lees je af en toe een moedgevend zinnetje, zoals van een wethouder: ‘Bij initiatieven van buurtbewoners moet je als overheid uitkijken dat je die niet afpakt en daarmee vernietigt.’ Als ze nu ook weer mensentaal willen (leren) spreken, durf je voorzichtig te hopen op een begin van een Wende, een klein beetje zomer. . .

Door Hermine Tien

Plaats een reactie