Test voor organisatiedeskundigen
Maak een keuze:
1. Marietje speelde in de box met haar
a). tools
b). nieuwe bruine teddybeertje
c). kindgebonden budget
2. De . . . . . . . . . . van kamer 232 zal niet lang meer leven en wil . . . . .
a). patiënte a). een herindicering
b). zorgconsumente b). rustig sterven
c). cliënte c) een second opinion
d). ernstig zieke d). nog een voordelig zorgarrangementje boeken
3. Patrick is nu 4 en gaat naar school. Hij danst van plezier want
a). z’n beste vriendje gaat ook
b). hij heeft een uitstekende startkwalificatie voor de kenniseconomie
c). hij wil zo snel mogelijk change management – consultant worden
4. Met wijkgerichte klantvolgsystemen onderzoeken de kernwethouders de
a). burgerparticipatie in de wijken
b). dorpskarakterschetsen
c). interactieve beleidstrajecten
d). concrete intake-resultaten voor de buurtbarbecue
5. Meneer Jansen is 93 en schuifelt met z’n rollator rond als
a). zorgmanager
b). tevreden oudere
c). senior human being
6. De verhouding met hun kinderen loopt even wat stroef en daar willen Piet en Marijke wat mee. Ze
a). gaan met hen uit eten en praten met elkaar
b). schrijven een strategisch communicatieplan en implementeren dat
c). ontwikkelen een participatiemodule
7. Ontheemde vluchtelingen werden in Nederland liefdevol opgevangen door
a). integrale integratiemethodieken met kwaliteitsmonitoring
b). mensen die geholpen hebben met een huis, boodschappen doen, wegwijs maken in het dorp
c). ketengerichte cliëntenregisseurs van hun toekomstige deelgemeente
8. Een medewerker van deze organisatie voelt zich moe en opgebrand en heeft op dit moment behoefte aan
a). een 50 minuten – functioneringsgesprek met het hoofd P&O
b). een analyseschets van de Human Resource Manager
c). een kop koffie en beetje begrip van wie dan ook
Heb je een andere antwoordenreeks dan 1. b 2. d + b 3. a 4. ?? 5. b 6. a 7. b 8. c ?
Gefeliciteerd, je bent cum laude geslaagd voor het examen ‘systeemtaalbeheersing’!
Maar wil je als organisatie, instelling of gemeente ‘van buiten naar binnen’ gaan organiseren dan zul je merken dat je met een diploma ‘systeemtaal’ in de buitenwereld niet ver komt. Je blijft voor mensen in buurten en wijken een vreemde, wordt soms ervaren als iemand van een andere planeet. Je spreekt hun taal niet, je hoort er niet bij. Klanten of patiënten blijven zich niet-begrepen, niet-gehoord, niet serieus genomen voelen. Er ontstaat geen contact van mens tot mens: er zit een blokkade tussen jou en de ander. Het verschil in taal laat een verschil in werelden zien.
Systeemtaal is ‘dode’ taal en past alleen bij de systemische kant van je organisatie. Daar waar de organisatie met levende wezens bezig is – met inwoners, klanten aan de balie, patiënten – én in beleid dat met hen te maken heeft, moet levende taal klinken, anders mis je als organisatie de boot, groeit de non-communicatie en ontstaat vanzelf een kloof. Taal van mensen – met woorden uit hun wereld en omgeving – is springlevend, vaak zintuiglijk en tintelend. Je hoort hun plezier of boosheid, hun humor en creativiteit. Die taal laat horen hoe mensen zich voelen, waarop ze trots zijn of wat ze anders willen, waar ze mee bezig zijn en wat ze meemaken of nodig hebben.
Veel managers, leidinggevenden e.a. zijn zich van hun ingeslepen manier van spreken en schrijven nauwelijks meer bewust. Vervolgens hebben ze een knoop in hun tong als je hen vraagt hetzelfde eens met andere woorden te zeggen.
Maar als je bij de overgang naar ‘ van buiten naar binnen organiseren’ systeemtaal blijft gebruiken blokkeer je veranderingen en ben je dus niet effectief. Je hebt andere taal- en communicatievormen nodig die je niet zomaar in je vingers en je mond hebt en die je in veel gevallen (weer) moet leren. Door andere woorden te kiezen word je vanzelf ook in het land van de ander getrokken. Je wordt weer landgenoten. Het lijkt een soort inburgeringscursus: een cursus ‘praat es gewoon’.
Door Hermine Tien