Maandelijks archief: januari 2008

Column: Een blauwtje lopen – 2

De staking van de agenten duurt voort. Op grote schaal wordt nu het werk neergelegd. Agenten hebben niet eens meer zin om de straat op te gaan, ze blijven wel koffie drinken op het bureau. Ze zijn het zat. Voor leerkrachten is inmiddels 1,5 miljard vrijgemaakt. Het geld is er blijkbaar. Koffie blijven drinken dus.
Als je hoort dat een brigadier 1850,- netto per maand heeft, tegen 4400,- gulden in 2000, dan begin je te begrijpen dat het geen vetpot is. In de Volkskrant een relaas van een brigadier die naast zijn volledige werkweek via zijn eigen glazenwasbedrijfje bijverdient. Ruiten poetsen levert netto 7,50 euro meer op dan een uur voor de veiligheid van de buurt zorgen. De man overweegt serieus te stoppen, terwijl hij al l8 jaar diender is. En hoevelen met hem?

Vroeger werd het salaris van de politie-agent vergeleken met dat van de onderwijzer, de gemeentesecretaris. Ze deelden met elkaar dezelfde context, kenden elkaar in een sociaal verband, hadden een positie in de lokale omgeving. Het salaris werd door zijn directe omgeving bepaald. Zijn buurt- of stadsgenoten kunnen zeggen wat zo’n politieman hen waard is, omdat ze weten en ervaren wat die voor hen betekent. Nu wordt zijn salaris berekend vanuit een bedacht systeem, waarin staat omschreven welke taken hij moet uitvoeren, en welke prijs aan dat uitvoeringsniveau hangt. De politieman is een kostenpost geworden, de wijksurveillance een product. Dat ziet er misschien efficiënt uit, effectief is het niet. De veiligheid er niet door toegenomen. Maar de ‘functionarissen’ zijn wel minder gemotiveerd geraakt en hun aanzien en invloed is afgenomen.

Ik maak me sterk dat ze dat salaris nog niet eens het allerergst vinden. Je ziet regelmatig agenten op straat lopen die meer met elkaar bezig zijn dan met hun omgeving. Ze worden soms nageroepen, vaak genegeerd of niet serieus genomen. Er zijn meer beveiligingsmensen in private dienst dan politie-agenten. Hoe wil je agenten weer in een positie krijgen dat burgers accepteren dat ze hun de les mogen lezen? Of dat de politie dingen mag die zij niet mogen, maar die op de een of andere manier bijdragen aan het grote goed (op invalideparkeerplaatsen parkeren, met de surveillancewagen door straten rijden waar auto’s verboden zijn)?

Verbondenheid tussen agenten en hun burgers is de afgelopen jaren door de steeds meer centraal geleide politie-organisatie met zijn systemen uitgehold. Wie weet hoe zijn wijkagent eruit ziet? Laat staan hoe hij heet? – Oh, hebben wij dan een eigen wijkagent?
Agenten komen netto slechts 2 uur per 8-urige werkdag op straat en zijn verder bezig met administratie en andere dingen aan de binnenkant. Ze zijn steeds meer taakuitvoerders geworden, in tegenstelling tot de toestandbewakers met de zorg voor de mensen om hen heen die ze vroeger waren. Meer salaris zou het aanzien versterken, hoor je uit vakbondskringen. Vergeet het maar. Het helpt alleen voor je bestedingsruimte, maar aanzien krijg je alleen van je omgeving.

Geef de agent weer terug aan zijn omgeving en zie dan wat er mogelijk is. Uit de stakingen blijkt hoe goed ze weten waar ze burgers mee kunnen helpen en wat veilig en onveilig is. Laat ze weer de baas en hulp zijn in hun eigen gebied: directer ingrijpen, eigen veiligheidsacties die voortkomen uit het gebied en niet vanuit een prestatie-indicator uit Den Haag. Lokale samenwerking met bewoners, ondernemers, politici zullen sneller tot meer veiligheid, afname van criminaliteit en niet te vergeten: kostenbesparingen leiden. Hoe meer contextgedreven een agent is, des te waardevoller hij is voor zijn omgeving. Zo’n agent is bekend en wordt gekend. Hij zal directer aangesproken én afgerekend worden. Dat kan ook gemakkelijk. Er is werk te over. Laat de omgeving dan ook zijn salaris bepalen: het zal vast stijgen.

Door Imelda Schouten

Column: Een blauwtje lopen?

De politiebonden voeren actie om meer salaris. Ze proberen de minister onder druk te zetten door politiebureaus te sluiten en geen bonnen te schrijven voor lichte overtredingen. En deze week zijn ze ook gestopt met bekeuringen voor ernstige overtredingen, ‘zolang het geen gevaar voor andere burgers oplevert’.
Prima die acties! Ze zijn vast bedoeld om minder geld de schatkist in te laten stromen, en om te laten zien dat als ze niks doen het minder veilig op straat is. Maar volgens mij kan die druk wel eens andere gevolgen hebben dan de politiemannen- en vrouwen voor ogen hebben.
Want kijk eens op een andere manier naar diezelfde stakingen: agenten blijven niet binnen zitten, het bureau is toch dicht. Wat kunnen ze dan doen? Ze willen het publiek laten weten dat ze boos zijn en meer geld willen. Ze gaan naar buiten, maken straten schoon, helpen in bejaarden- en verzorgingstehuizen. Het winkelende publiek en de patiënten kunnen het wel waarderen. De straat wordt schoner, oudere en zieke mensen worden opeens geholpen, met meer mensen wordt een praatje gemaakt. Er is blauw op straat dat niet rondkijkt om te bekeuren, maar in uniform een zeker gevoel van rust en veiligheid uitstraalt, want je weet als het er echt om hangt, zijn ze er.

En weet je, het zou me nou helemaal niet verbazen als blijkt dat op sommige plekken het even prettiger, veiliger wordt ervaren dan wanneer de politie haar werk op de normale manier doet. Je hoeft nu niet direct bang te zijn voor een bekeuring voor een kleine overtreding, en het zou zomaar kunnen dat mensen zich wat relaxter bewegen, zich weer meer zelf verantwoordelijk voelen, en die actievoerders laten zien dat ze maar een duffe baan hebben met het uitschrijven van bonnen die eigenlijk helemaal niet nodig zijn. Maar ook dat agenten nu dingen horen, verschijnselen zien die ze in hun normale patroon niet meemaken en die juist een sleutel blijken te zijn om de orde en veiligheid te verbeteren. Het zou zomaar kunnen, en het zal zeker gebeuren als het lang genoeg duurt.

Maar veel agenten of liever gezegd: vooral hun bazen, de bonden en politici kijken helemaal niet zo. Die zijn bezig met macht tegen macht, met geld. Het bestuur van de politiebond zei in het NRC van afgelopen zaterdag dat “de publieke opinie steeds meer begrip lijkt te krijgen voor de politieacties”. Ja, maar het is geen begrip voor de agenten en hun mogelijk lage salaris. Burgers staan sympathiek tegenover de manier waarop ze actie voeren: ze maken straten schoon en helpen in bejaardenhuizen en dat wordt gewaardeerd.
De bonden denken met de stakingen druk uit te oefenen en willen helemaal niet weten dat afwijking van de normale ordehandhaving wel eens nieuwe en mooiere resultaten kan opleveren dan de gebruikelijke geplande werkzaamheden. Ook politiebazen en politici kijken niet zo en waarschijnlijk duren de acties te kort om zulke effecten voor hen zichtbaar, laat staan meetbaar te maken. Want bij de politie zijn ze dol op meten.

Als de minister slim is, rekt ze de onderhandelingen, kijkt ze het allemaal eens aan en laat ze het lang genoeg duren om dit soort positieve effecten te kunnen meten. Een bijkomend voordeel kan dan nog zijn dat duidelijk wordt hoe er zelfs geld bezuinigd kan worden, omdat blijkt dat veiligheid op heel andere manieren veel effectiever op straat tot stand komt. Wedden dat het dan met Oudjaar 2008 minder onrustig is? We moeten het dan als burgers immers weer zelf doen. Daar kan geen politieactie tegenop.

Door Imelda Schouten

Column: De grote schoonmaak staat op het punt te beginnen

Onze instellingen zijn ontstaan toen mensen uitgingen van een groot ideaal en samen probeerden dat waar te maken. Na WO II leefde dat immens. Zo’n oorlog nooit weer. We moesten samen verder, samen de schouders eronder om een betere wereld tot stand te brengen. Arbeid adelt, kennis is macht. Dat ideaal werd dan op allerlei manier vertaald. Neem televisie. Toen dat medium opkwam werd het beschouwd als venster op de wereld. De Publieke Omroep moest de blik van de burger verwijden. De omroepen mochten blijven bestaan als ze vanuit hun principes vertelden hoe de wereld eruit zag. Om kosten te besparen ontstond de NTS . Die zorgde dat faciliteiten die duur waren zo efficiënt mogelijk konden worden gebruikt. Ook werden de contributies voor het lidmaatschap van de Omroepverenigingen door de Belastingdienst geïnd. Lekker efficiënt. Ook efficiënt is dat veel tv-bedrijven in Hilversum rond een Plaza zitten. Dan kunnen de kosten van de infrastructuur omlaag.

Wat je mocht verwachten gebeurde. Er zijn alleen nog maar journalisten in Hilversum en niet meer Publieke Omroep en commerciële journalisten. Contributies zijn vergeten. De Publiek Omroep wordt nu gesubsidieerd. Ze is van de Overheid. Die wil dan wel graag één aanspreekpunt hebben. Na de NTS ontstond de NOS en daarna de Raad van Bestuur van de Publieke Omroep. Omdat de politiek geen afscheid wilde nemen van de omroepvereniging zitten we nu al jaren opgescheept met een hybride organisatie die vlees noch vis is. Intussen is elke omroepvereniging zich als commerciële organisatie gaan gedragen. Kijk naar Pauw en Witteman, een programma van de Vara. Wie het verschil met een commerciële zender nog kan zien moet het zeggen. De heren zijn uitsluitend geïnteresseerd in de kijkcijfers, hun kijkcijfers. Dat is goed te begrijpen. De reclame inkomsten worden nu door de Overheid gezien als bron van inkomsten en als de kijkcijfers van een programma oplopen is er meer aan reclame te verdienen, zodat degenen die hogere kijkcijfers opleveren ook meer mogen en moeten verdienen want anders lopen ze weg naar een concurrent. De Publieke Omroep wordt nu door de overheid instrumenteel gestuurd vanuit kosten en baten, niet op basis van idealen die mensen energie geven en hen stimuleren zich in te zetten voor de publieke zaak. Dit is de context van het huidige programma Pauw en Witteman. Het is ergerlijk dat de presentatoren van deze naam nog steeds de objectieve journalist uithangen. Dat zijn ze allang niet meer. Het zijn succesvolle commercieel denkende presentatoren en de Nederlandse Publieke Omroep heeft dat mogelijk gemaakt, is daarmee doordesemd en wordt er inmiddels door gekenmerkt. Je kunt zeggen dat de Publieke Omroep ten opzichte van waarvoor ze is bedoeld totaal is vervuild. In dit spoor zijn ook de commerciëlen opgeschoven. In het weekend zijn vijf zenders bezig om mannen te verleiden schaars geklede babes te sms-en.

In discussies over normen en waarden en verlies van sociale samenhang worden de effecten van de Publieke Omroep straal genegeerd. Je kunt dit voorbeeld ook uitwerken voor de politie, de belastingdienst, de gezondheidszorg, het onderwijs. De problematiek in de samenleving en maatschappij laat niet langer toe dat we op die weg doorgaan. Dat is niet alleen bij ons zo, maar in alle westerse landen. Je ziet nu de eerste tekenen die erop wijzen dat er een grote schoonmaak nodig is en op het punt staat te beginnen. In de Verenigde Staten voert Barack Obama campagne met de leus: Geen Angst maar Hoop, niet in Verdeeldheid verder maar Gezamenlijk optrekken. Het staat voor herstel van gewicht van externe oriëntaties, voor een correctie op het instrumentalisme. Wie zijn overwinningstoespraak in IOWA op http://www.novatv.nl ziet ervaart hoe hij je raakt. Dat is alleen mogelijk als je het hebt over wat er voor mensen echt toe doet. De staf van Hillary noemde het leeg, louter retoriek. Dat moeten ze ook wel want wat kun je er anders tegen doen? Als ze het zouden menen komt de vraag op: hoe ver ben je als politicus gezonken als je dat wat mensen beweegt niet meer herkend als waar het echt om gaat? Intussen ervaar je Hillary als bezig met het verleden.

Sarkozy kondigde aan dat hij een eind wil maken aan alle reclame op de Publieke Zenders in Frankrijk. De reactie van de omroep daar was dat men met een gat blijft zitten van 800 miljoen Euro. Men kan zich zelfs niet de vorm van financiering voorstellen die bij de plannen van Sarkozy past. Wat hij doet is enerzijds Frankrijk meer rijp maken voor kapitalistische methoden, anderzijds zaken die er voor mensen toe doen uit het instrumentele halen, weer als betekenisvol neerzetten en inrichten. Hij zet duurzaamheid hoog op de agenda. Hij laat zien hoe een grote schoonmaak begint. Hij heeft eerst arrangementen aangepakt zoals de 35-urige werkweek. En nu kiest hij een organisatie: de Publieke Omroep. Dat toont niet alleen zijn durf, maar ook dat het daar moet beginnen. Hij doet dat als zelfreferentieel mens die zijn leven leeft zonder hypocrisie en leugens.

Er kan geen twijfel over bestaan: de grote schoonmaak van niet meer passende arrangementen en vervuilde organisaties staat op het punt te beginnen. Het is de hoogste tijd. De samenleving vraagt erom, we lopen steeds meer vast. Voorlopig zitten wij nog met notabelen die met procedures denken sociale samenhang te verbeteren. Kijk naar Balkenende of naar Cohen en je weet hoe dat eruit ziet. Ze zullen iconen worden van veroudering. Zodra het zover is weet je dat het ook bij ons gaat beginnen.

Door Wim van Dinten

Column: Procesmanagement

Vraagt u zich weleens af hoe u uw zin kunt krijgen terwijl u afhankelijk bent van de welwillendheid van anderen? Doe dan een cursus procesmanagement. Wie bestuurskunde studeert in Rotterdam of Amsterdam wordt grondig geschoold in deze op Machiavelli gebaseerde discipline. Waar het in het lineaire projectmanagement gaat om alles expliciet maken en binnen budget en op tijd het SMART geformuleerde doel behalen, hou je bij de procesbenadering de kaarten vooral op de borst. Je grijpt kansen als ze langskomen, je wheelt en dealt. Je duwt een beetje hier, trekt een beetje daar. Je bent slim, maar laat anderen voor je werken. Je sondeert je netwerk, trekt aan touwtjes, en ruilt gunsten in. Je blokkeert de een en steunt de ander. Als niemand geïnteresseerd is in jouw issue dan verhoog je de ‘sense of urgency’ of verruim je het speelveld, je ‘raised the stakes’. Je speelt het multi-issue spel door je belang te koppelen aan de belangen van anderen, ook als er in de realiteit geen enkel verband is. Je sluit een package deal: “Ik de maasvlakte, jij de kassen en het bedrijventerrein, jullie 600 bomen en een wildbrug”.

Er zijn spelregels. Liegen moet, maar binnen proporties, anders is het niet integer. Wie eerlijk is begrijpt het spel niet, verdient het loon van de sukkel. Verliezers behandel je met respect, je weet nooit wie je later weer nodig hebt. Je gaat respectvol om met de rituelen, procedure afspraken kom je na, er worden geen bochten afgesneden. Naar buiten toe praat je niet over de koehandel. Je gebruikt daadkrachtige en vooral beeldende taal. “We moeten geen huis in een huis bouwen”, declameer je plechtig, of “Bijstellen, uitstellen, afstellen, dat doen we niet meer”, of “Je gaat niet met de kalkoen in gesprek over het kerstmaal.”

Je kunt je afvragen hoe moderne bestuurders hun verantwoordelijkheid dragen en toch vaak zo vrolijk en relaxed kunnen blijven. Misschien kunnen ze goed relativeren en houdt zelfspot ze op de been? (Wat is een kameel? Dat is een paard dat in de ministerraad is besproken). Wie een moderne cursus procesmanagement doet, begrijpt het beter: de werkelijkheid van bestuurders is anders dan die van de rest van de bevolking. Ze is virtueel, ze zijn allemaal aan het gamen. Tijdens het spel gaat het er hard aan toe, maar als de bel klinkt dan val je elkaar als moegestreden (schijn)boksers in de armen. Je lacht, je hebt al je tanden nog, je schatert met het koffertje boven je hoofd. Goed gespeeld, better luck next time, kerel. Gaan we zondag nog golfen?

Ik weet niet wat ik triester vind: moeten erkennen dat wie niet mee doet buitenspel staat, de leegheid van onze universiteiten die de opsomming van tips en trucs over “Hoe word ik een rat” verkopen als wetenschap of de consequenties voor iedereen over wiens leven besloten wordt door mensen die ‘het spel’ spelen.

Ik wil mezelf niet op een verheven moreel standpunt plaatsen, ik begrijp dat het zo gaat. Het is op een darwinistische manier zelfs erg natuurlijk, survival of the fittest. Tot er een nieuwe ijstijd komt.

Door Rick Dekker