Column: Een blauwtje lopen – 2


De staking van de agenten duurt voort. Op grote schaal wordt nu het werk neergelegd. Agenten hebben niet eens meer zin om de straat op te gaan, ze blijven wel koffie drinken op het bureau. Ze zijn het zat. Voor leerkrachten is inmiddels 1,5 miljard vrijgemaakt. Het geld is er blijkbaar. Koffie blijven drinken dus.
Als je hoort dat een brigadier 1850,- netto per maand heeft, tegen 4400,- gulden in 2000, dan begin je te begrijpen dat het geen vetpot is. In de Volkskrant een relaas van een brigadier die naast zijn volledige werkweek via zijn eigen glazenwasbedrijfje bijverdient. Ruiten poetsen levert netto 7,50 euro meer op dan een uur voor de veiligheid van de buurt zorgen. De man overweegt serieus te stoppen, terwijl hij al l8 jaar diender is. En hoevelen met hem?

Vroeger werd het salaris van de politie-agent vergeleken met dat van de onderwijzer, de gemeentesecretaris. Ze deelden met elkaar dezelfde context, kenden elkaar in een sociaal verband, hadden een positie in de lokale omgeving. Het salaris werd door zijn directe omgeving bepaald. Zijn buurt- of stadsgenoten kunnen zeggen wat zo’n politieman hen waard is, omdat ze weten en ervaren wat die voor hen betekent. Nu wordt zijn salaris berekend vanuit een bedacht systeem, waarin staat omschreven welke taken hij moet uitvoeren, en welke prijs aan dat uitvoeringsniveau hangt. De politieman is een kostenpost geworden, de wijksurveillance een product. Dat ziet er misschien efficiënt uit, effectief is het niet. De veiligheid er niet door toegenomen. Maar de ‘functionarissen’ zijn wel minder gemotiveerd geraakt en hun aanzien en invloed is afgenomen.

Ik maak me sterk dat ze dat salaris nog niet eens het allerergst vinden. Je ziet regelmatig agenten op straat lopen die meer met elkaar bezig zijn dan met hun omgeving. Ze worden soms nageroepen, vaak genegeerd of niet serieus genomen. Er zijn meer beveiligingsmensen in private dienst dan politie-agenten. Hoe wil je agenten weer in een positie krijgen dat burgers accepteren dat ze hun de les mogen lezen? Of dat de politie dingen mag die zij niet mogen, maar die op de een of andere manier bijdragen aan het grote goed (op invalideparkeerplaatsen parkeren, met de surveillancewagen door straten rijden waar auto’s verboden zijn)?

Verbondenheid tussen agenten en hun burgers is de afgelopen jaren door de steeds meer centraal geleide politie-organisatie met zijn systemen uitgehold. Wie weet hoe zijn wijkagent eruit ziet? Laat staan hoe hij heet? – Oh, hebben wij dan een eigen wijkagent?
Agenten komen netto slechts 2 uur per 8-urige werkdag op straat en zijn verder bezig met administratie en andere dingen aan de binnenkant. Ze zijn steeds meer taakuitvoerders geworden, in tegenstelling tot de toestandbewakers met de zorg voor de mensen om hen heen die ze vroeger waren. Meer salaris zou het aanzien versterken, hoor je uit vakbondskringen. Vergeet het maar. Het helpt alleen voor je bestedingsruimte, maar aanzien krijg je alleen van je omgeving.

Geef de agent weer terug aan zijn omgeving en zie dan wat er mogelijk is. Uit de stakingen blijkt hoe goed ze weten waar ze burgers mee kunnen helpen en wat veilig en onveilig is. Laat ze weer de baas en hulp zijn in hun eigen gebied: directer ingrijpen, eigen veiligheidsacties die voortkomen uit het gebied en niet vanuit een prestatie-indicator uit Den Haag. Lokale samenwerking met bewoners, ondernemers, politici zullen sneller tot meer veiligheid, afname van criminaliteit en niet te vergeten: kostenbesparingen leiden. Hoe meer contextgedreven een agent is, des te waardevoller hij is voor zijn omgeving. Zo’n agent is bekend en wordt gekend. Hij zal directer aangesproken én afgerekend worden. Dat kan ook gemakkelijk. Er is werk te over. Laat de omgeving dan ook zijn salaris bepalen: het zal vast stijgen.

Door Imelda Schouten

Plaats een reactie