Column: Zijn we een grens over?


Toen bleek dat het onderwijs ruim een miljard meer kreeg om de salarissen van docenten op te trekken dacht ik: “nu gaan de sluizen open.” Want de politie en de verpleging kunnen met recht ook hun vinger opsteken. En inderdaad die bonden werden wakker. We kregen inzicht in wat een politieman verdient. Dat viel niet mee. Veel dienders klussen dan ook bij om rond te komen. Merkwaardig is dat niemand aandacht schonk aan de combinatie werken-bijklussen. Bij de politie is de optelsom van inkomen en klussen kennelijk voldoende. Als ik de opstelling van de politie goed begrijp willen ze nu in een 36-urige werkweek structureel verdienen wat ze vroeger in een 40-urige werkweek kregen, plus een compensatie voor onregelmatig werken, gevarenpremie en inflatie. Ik heb in de media geen voorstellen gezien die uitgingen van een langere werkweek en een salaris dat bijklussen overbodig maakt.

Als je het gewenste loon in kosten per uur uitdrukt, kom je voor de vraag te staan of we met de 36-urige werkweek en de hoeveelheid vakantie- en roostervrije dagen niet door een vloer gezakt zijn. Of een hoger salaris niet past bij 40 uur. Je ziet dat de korte werkweek binnen vrijwel alle organisaties tot plannings- en coördinatieproblemen leidt. Er is zoveel vrije tijd en er zijn zoveel arrangementen dat het bijna onmogelijk is om met mensen die verantwoordelijkheid dragen gezamenlijk tot afspraken te komen. En als het lukt is er inmiddels zoveel tijd verstreken dat alles er weer anders uitziet of een van de belangrijke mensen door een reorganisatie is verkast. Het effect is dat je opnieuw kunt beginnen.
Een gevolg is ook dat je veel mensen moet inzetten om het werk te doen. Neem verpleeghuizen. Vanuit je bed zie je elke 24 uur 10 tot 15 mensen langsschuiven die allemaal iets doen of willen: verpleeghuisartsen, verpleegkundigen, vrijwilligers, pastores, geriaters, huisartsen. Ieder doet zijn eigen ding: een diagnose, een behandeling, een voorschrift, een medicatieverandering, een advies. En dan spreken we nog niet over de bureaucratie die erbij komt kijken. Niemand heeft de patiënt en diens context als vertrekpunt. De patiënt komt zo in de positie dat hij zijn eigen case-manager moet zijn.

We lijken doorgeschoten. Je kunt niet eindeloos arbeidstijd verkorten en het salaris handhaven. Je kunt niet ongestraft context opknippen in transacties en die over een willekeurig aantal mensen verdelen alsof je dan kwalitatief hetzelfde krijgt. Je kunt niet politiemensen in een auto zetten en rondjes laten rijden en denken dat zo hetzelfde wordt bereikt als een agent die op de fiets of lopend rondgaat, met mensen spreekt en zich met de context van die mensen kan verbinden.

Kortom: we moeten – of we willen of niet – accepteren dat we dichtbij of over de grens zitten van wat een organisatie nog kan bij een 36-urige werkweek en de enorme hoeveelheid vrije dagen. Het is ook voor de politieman en verpleegkundige zelf een zegen als ze zich weer kunnen verbinden met de mensen voor wie ze staan opgesteld. Het is jammer dat Doekele Terpstra bij zijn bemiddeling die grens niet publiekelijk aan de orde heeft gesteld. Maar Agnes Jongerius en Bernard Wientjes of Alexander Rinnooy Kan, wat let jullie? Of zijn de instituten die jullie representeren zo vastgezet in doen wat ze al deden dat ze dit niet meer kunnen opbrengen?

Door Wim van Dinten

Plaats een reactie