Column: Markt als camouflage


De tour is weer begonnen. Op Nederland 1 en België 2 praten de commentatoren drie uur vol. Een topprestatie als je bedenkt dat ze dat zo’n 20 dagen moeten doen. En dan ’s avonds nog een klein uur Mart Smeets terwijl Radio Tour de France de middagen vult. Voor de tour had je Wimbledon en daarvoor de Europese kampioenschappen voetbal. En na de tour komen de Olympische Spelen en gaat het voetbalseizoen weer beginnen.
En al die commentatoren bij al die sportwedstrijden doen hun best het spannend te maken. De kijker mocht eens wegzappen. Het gaat er om zoveel mogelijk mensen aan het scherm te binden. Dan maakt het niet uit wat wordt uitgezonden, als er maar gekeken wordt. Om daarna, er tussendoor en ervoor reclame uit te zenden. Wil dat iets opbrengen, dan moet je kijkers hebben, veel kijkers. Het is op die manier gemakkelijk elk programma als investering te zien en er rekensommen op los te laten: je investeert als NOS in de Tour. Dat kost dit en het levert dat op. De Rabobank rekent de kosten voor haar ploeg uit en zet die af tegen de tijd en kosten die ze zou moeten maken om de naam Rabobank net zo vaak en net zo positief op het scherm te zien als in de uitzendingen over de tour. Zolang die rekensom gunstig is blijf je doorgaan met investeren en kosten maken. Zo rekenen ook Lotto, Quick Step en….

Zo’n benadering zie je niet alleen bij de Publieke Omroep en sponsors. Elk commercieel station moet zo rekenen. Dat de Publieke Omroep rekent als een commerciële, of gelegitimeerd is zo te rekenen is het echte probleem. Vanaf het moment dat omroepbijdragen door de belastingdienst werden gecollecteerd, is de Publieke Omroep volledig afhankelijk van financiering door de overheid. Is ze vrijwel geheel losgekoppeld van de directe invloed van het publiek. Om na een aantal jaren te bemerken dat de overheid eruit ziet als een calculerende bureaucratie, die bescherming van kwaliteit en inhoudelijkheid uit het oog verloren is. Intussen zegt de nieuwe voorzitter van de NOS dat die overgang één van de grootste fouten is die Hilversum ooit gemaakt heeft. En dat de flanken van de programmering slecht bezet zijn. Het is een verademing dat juist hij dat zegt en ziet.

Ik moet aan dat invangen door de overheid denken, nu zorginstellingen in grote problemen zijn geraakt, een patiëntenstop hebben ingevoerd en de schuld krijgen van de problemen. Voor 60% van hen dreigt faillissement. Dat ze de schuld krijgen is deels terecht. Ze hadden voor de overgang van de AWBZ naar de WMO de tarieven voor veel soorten eenvoudige zorg zover opgetrokken, dat ze niet meer in verhouding waren met de aard van wat ervoor moest worden gedaan. Bij de overgang op de WMO hebben teveel zorginstellingen gedacht dat hun tarieven onverkort hoog zouden kunnen blijven. Ze hebben niet gezien of gehoord dat onder die overgang de bedoeling zat om tarieven naar acceptabele niveaus terug te dringen. Ze hebben tegen te hoge tarieven marktaandeel gekocht en zitten nu op de blaren. De essentie wat een zorginstelling is, werd uit het oog verloren, kon uit het oog verloren raken. Ze werden commerciële ondernemingen, gingen bedrijfskundige methoden gebruiken, gingen rekenen als commerciële bedrijven, deden aan schaalvergroting en de salarissen van de top werden vanuit een bedrijfsklimaat beoordeeld in plaats vanuit een (semi-)publieke hulporganisatie. Dat ze dit konden doen en zijn gaan doen, moet je de overheid verwijten en de politieke partijen die dat hebben ingevoerd en nagestreefd. Het is een ombuiging van dezelfde soort als de Publieke Omroep.

We kunnen in elke sector zien dat de overheid bezig is de overgang te maken naar een centraal geleide planbenadering. Die benadering wordt verkocht als marktbenadering, maar het zijn bureaucratische methoden die de bedoeling hebben het voor burgers beter te maken, terwijl ze dat onmogelijk kunnen doen. Als er op een terrein of in een sector geen markt is ontstaan, moet je niet denken dat je die kunt maken. Je kunt hooguit een markt enigszins reguleren, maar zelfs dat is lastig.

We maken nu in alle landen van de Europese Unie soortgelijke transformatiefouten als die de communisten maakten. De communisten dachten dat ze door systemen de samenleving konden verbeteren en sociaal bezig waren, want dat was het vertrekpunt in die ideologie. Het werd in elk opzicht een ramp. De Europese regeringen denken dat ze door de invoering van markt de westerse landen een sterkere economie kunnen geven. Wat we ervoor terug krijgen zijn bureaucratische systemen die in zichzelf gesloten, niet bij de omgeving passende virtuele ruimten worden. Terwijl Greenspan bij het vallen van de Muur in 1989 zei dat een centraal geleide economie verloren had van een markteconomie, voeren we nu een planeconomie in onder de leuze dat we markt invoeren. En opnieuw met de beste bedoelingen. Degenen die de gevolgen voelen, zijn zij die er last van hebben. Ze zitten aan de voet van de samenleving en op de vloer van organisaties, vooral van die welke bedoeld zijn om mensen te helpen.

De Eerste Kamer is deze week akkoord gegaan met het verdrag van Lissabon!

Door Wim van Dinten

Plaats een reactie