Maandelijks archief: oktober 2008

Column: gevraagd: geen handlangers maar roergangers

Hebt u ook het gevoel dat er iets fundamenteels niet klopt in het (be)sturen van veel organisaties? Ooit hield hun topmanagement zich met lange termijn strategie bezig, zeg maar met de vitaliteit van de organisatie. Nu zijn ze druk, druk, druk in de weer met korte termijn resultaten en etaleren hierbij vooral hun eigen vermeende viriliteit. Fusies (zoals ze worden aangekondigd), overnames (zoals ze uitpakken) en opsplitsingen (waar ze op uitdraaien) zijn hun rituelen en de financiële markt hun bijbel. Dat er tussendoor bezuinigd, gerationaliseerd, gereorganiseerd, gesloten, afgestoten, afgeslankt, uitbesteed, outsourced, offshored etc. etc. moet worden is misschien wel jammer, maar een door de globalisering opgedrongen werkelijkheid (net zoals hun gouden salarissen, platina bonussen en saffraan handdrukken): ‘de markt is nu eenmaal onverbiddelijk, maar gelukkig voor iedereen gelijk’. Geld wordt niet langer met economische activiteiten, maar met geld verdiend (en nog sneller verloren). ”

Hebt u ook het gevoel dat er iets fundamenteels niet klopt in het informatiemanagement van deze organisaties? Informatie en ICT zijn kostenplaatsen, die de stoute dromen van de top alleen maar in de weg staan. Ze zijn amechtig en continu aan het rationaliseren, integreren, standaardiseren, stroomlijnen, herinrichten, etc. in de ijdele hoop het verwachtingspatroon van de top te kunnen bijhouden; in India gloort de toekomst. Desinteresse en vervreemding bovenin en desillusie en bevreemding onderin gaan hand in hand. Nog even en ze zijn uitsluitend kosten aan het besparen en systemen aan het introduceren om hun broodheren virtueel gerust te stellen: KPI’s, SLA’s, BSC’s en andere ‘kwantiteitssystemen’ (om van het SOX-carrousel maar te zwijgen) hebben de werkelijkheid vervangen. Alles wat in SAP kan, gebeurt ook: een tijd geleden kondigde de Universiteit van Amsterdam aan dat ze elke wetenschappelijk medewerker zou doen tijdschrijven opdat het College van Bestuur de kosten van één uur onderzoek eindelijk eens zou kunnen bepalen. Hoe heeft de UvA de afgelopen 374 jaar in hemelsnaam zonder zo een essentieel kengetal kunnen overleven?

Waar het om gaat is dit: als we niet oppassen, raken we als informatiemanagers gekneld in de spagaat tussen strategie en uitvoering. We hebben de mond vol van strategisch business-ICT alignment, maar gaan ondertussen voorbij aan de vaststelling dat de ‘busy-ness’ en de strategie van veel organisaties nauwelijks nog iets met elkaar te maken hebben. Als informatie meer en meer de identiteit van organisaties bepaalt, wat we maar al te graag belijden, zullen we daar ook moeten naar handelen: duurzaam, verantwoord en betekenisvol informatiemanagement heeft behoefte aan roergangers, niet aan handlangers!

Door Rik Maes

Column: de Loeier

Eindelijk is het zover, na ruim 14 maanden heeft het clubbestuur van Sport Vereniging Fortissimo (SVF) uit het dorp Cothen goedkeuring gegeven voor vernieuwing van het clubblad de Loeier. Want iets wat goed is ga je na 25 jaar niet zomaar vervangen. Zeker niet als meer dan 10 vrijwilligers er sinds jaar en dag maandelijks aan werken.

Als vrijwilliger en mede-initiatiefnemer voor vernieuwing van de Loeier besef ik waarom dit 14 maanden duurde en dringt het tot me door hoe bijzonder SVF is. De club heeft recent een prijs gewonnen van de gemeente Wijk bij Duurstede voor de manier waarop de vereniging met vrijwilligers omgaat. Het lukt ze voortdurend de populatie te verjongen en uit te breiden, dwars tegen het landelijke beeld in. Als consultant kan ik in veel keukens van organisaties kijken: het is opmerkelijk dat binnen deze vereniging alles lukt waar je als bedrijf van droomt. Een groeiend aantal klanten (leden), een hoge klanttevredenheid, een kerngezonde financiële huishouding. Leuke sportieve prestaties, een actieve sociale functie in de gemeente, een imago om van te watertanden en leden en vrijwilligers die trots en betrokken zijn. ‘Customer Intimacy’ en ‘Operational Excellence’ ten top. Wat gebeurt hier?

SVF telt ruim 250 leden, 50 donateurs en meer dan 140 vrijwilligers. Meer dan de helft daarvan is jeugdlid. Er zijn ruim 150 sponsors, het merendeel daarvan is adverteerder in de Loeier, reclamebordsponsor en/of sponsort een elftal met kleding. Alles is geregeld, er is een website, iedere ploeg heeft een eigen trainer en minimaal twee coaches. Alle teams hebben kleding, er wordt gewassen, er zijn altijd ballen. De accommodatie is één van de modernste in de regio, er is een kunstgrasveld, de kleedkamers hebben vloerverwarming, er hangt een beamer, er staat zelfs een pooltafel. Een kop koffie kost 0,60, een broodje kaas 1,20 en een colaatje één euro. Op donderdagavond zitten er na de training ruim 100 leden in de kantine, de opkomst is over de hele linie hoog. Het clubblad komt 11x per jaar uit. Iedere maand zijn er kaartavonden, ook voor niet-leden. Er worden veel evenementen georganiseerd: een jeugdweek met ruim 160 kinderen, een familietoernooi, een bedrijventoernooi, etc. Alles wordt gedragen door vrijwilligers. De contributie is de laagste in de provincie Utrecht! Alles lijkt door elkaar te lopen maar uiteindelijk gaat het soepel en georganiseerd. Hoe kan dat?

Een aantal dingen vallen op. Om te beginnen zijn alle bestuursleden meer dan 25 jaar bij de vereniging betrokken. Zowel ouders, broers en kinderen waren of zijn actief. Er is weinig verloop. Als iemand eenmaal een taak heeft doet hij of zij die gemiddeld 5 jaar. Het bestuur bestuurt, activiteiten zijn bij commissies ondergebracht. Het bestuur bemoeit zich niet inhoudelijk met de commissies maar controleert en stuurt op samenhang en onderlinge harmonie. Elk dubbeltje wordt 3x omgekeerd. Het wordt alleen uitgegeven als het echt nodig is of tot verbetering leidt en bij de leden kan worden verantwoord. Sponsors worden aan de club gebonden op basis van sociale samenhang. Liever veel kleine trouwe sponsoren dan één grote die zich overal mee bemoeit. Opbrengsten gaan direct terug naar de leden en worden niet besteed aan persoonlijke ambities van bestuursleden. Sportiviteit staat voorop, gezelligheid en orde voor de lange termijn gaan boven prestaties op korte termijn en individuele belangen. De faciliteiten zijn er voor de leden. Bijvoorbeeld het clubblad is er primair voor informatievoorziening en niet om geld binnen te halen. Liever een minder mooie Loeier die 11x per jaar verschijnt dan een schitterende Loeier die je maximaal 3x per jaar kunt uitgeven. Als de mensen die de Loeier nu maken een nieuwe Loeier niet zien zitten doen we het niet. De club bedruipt zichzelf, wil geaccepteerd zijn in het dorp Cothen en ziet ook wat haar functie daarbinnen is. Scheidsrechters worden door de club opgeleid. Jaarlijks worden op kosten van de club 10 tot 15 vrijwilligers op cursus gestuurd. Over de hele linie zijn opbrengsten structureel 20% hoger dan de kosten. Oorzaak: de inzet van vrijwilligers. Dit besef is tot in de haarvaten van de club voelbaar en er wordt naar gehandeld.

Waarom lukt dit hier? Is het minder complex dan elders? Zijn er minder belangen? Is er minder onderlinge strijd? Is er minder concurrentie? Zijn het makkelijke mensen? Is er minder regelgeving van de KNVB of overheid? Mijns inziens niets van dit alles en zit het in betekenisgeving en verbinden. Het vermogen ruimte te creëren om ieder zelf betekenis te laten geven binnen de context van de vereniging, het streven naar gemeenschapsgevoel. Niets doen wat leden niet willen en erop vertrouwen dat dit het bestaansrecht onderbouwt. Er wordt gestuurd op sociale samenhang. Dat een organisatie ook in deze tijd op deze manier kan worden gestuurd, wordt door SVF bewezen.

En ja dan toch even een referentiemodel er tegenaan, ik kan het niet laten. Alles uit het Viable System van Stafford Beer is aanwezig. Maar wat voegt een model toe als je bedenkt dat de voorzitter, Kees Mocking, nog nooit van dit model gehoord heeft: hij handelt naar gevoel en gezond verstand. Hij antwoordt op mijn vraag waarom dit werkt: “Paul, het gaat om onze leden en vrijwilligers. Als we op een verstandige manier doen waar zij gelukkig van worden en oog houden voor waar wij binnen de gemeente en ons dorp voor staan, gaat alles goed. Het vraagt om luisteren, in gesprek blijven, het collectieve belang centraal stellen.” Met een diepe buiging: knap Kees, petje af!

Door Paul van Dinten