Column: Mamihlapinatapai


Mamihlapinatapai (spreek uit mamilapinatapai) is een woord uit een bijna uitgestorven taal, het Yaghan, dat nog door een paar natievelingen op Vuurland wordt gesproken. Volgens wikipedia is het een van de moeilijkste woorden om te vertalen: ‘de blik die wordt uitgewisseld door twee mensen die geen initiatief willen of durven nemen om iets aan te bieden, maar wel hopen dat de ander dat doet.’ Wat een subtiliteit. Ik probeer de omstandigheden en gemoedstoestand in mezelf te zoeken, iets voor te stellen dat het benadert, het lukt me zo gauw niet. En al zou ik me er iets bij kunnen voorstellen en ik zou die blik willen uitwisselen, dan moet ik nog wel iemand vinden die het ook voelt. It takes two to tango.

Eén woord om zo’n complexe situatie te schetsen. Eén woord voor het gevoel en de omstandigheden waarin je het voelt. Eén woord en die mensen begrijpen elkaar, houden elkaar vast in een prachtige dubbel omgekeerde sociale houdgreep. Ik stel me voor dat, zodra ze de blik hebben gewisseld, ze elkaar gierend van de lach op de schouders slaan, de spanning gebroken, om even later weer vast te zitten… of misschien elkaar innig zoenen? Dat ze daar een woord voor hebben zegt iets over de betekenis van het sociale in die cultuur. Wat heeft die bijna uitgestorven cultuur wel wat wij niet hebben?

Gisteren zat ik in Den Haag in een vergadering. We bespraken de inzet van een externe kracht voor een lastig klusje. Ik had een voorkeur voor de jonge talentvolle creatieveling van het kleine onbekende bureau. De beslissing lag niet bij mij, maar bij iemand die er niet was, de algemeen directeur. Hij had aan mijn baas laten doorschemeren weinig vertrouwen te hebben in de inhuur van eenlingen voor klusjes, maar liefst het hele programma uit te besteden aan een gerenommeerd bureau, inclusief coördinatie en resultaat verantwoordelijkheid. Ik dacht aan de afgelopen anderhalf jaar, de ideeën die we ontwikkeld hadden, van alle kanten hadden belicht. Hoe we andere afdelingen erbij betrokken hadden, enthousiasme hadden opgewekt. Ik dacht aan de hulp die we vroegen, maar niet kregen. Ik dacht aan de talloze vertragingen doordat we telkens weer moesten verantwoorden wat we gingen doen aan mensen die de context niet kenden. De kosten berekeningen voor activiteiten die we niet konden voorspellen. Het betrekken van mensen die nog honderd andere dingen te doen hadden. De teleurgestelde gezichten van mijn collega’s.

En tegelijkertijd begreep ik het en begreep ik de positie waarin mijn baas zich bevond en zijn baas … en zijn baas. In een cultuur waarin je van jezelf uitgaat, waarin jij de uitdaging aangegaan bent, je alleen kunt vertrouwen op wat je zelf kan beoordelen en beheersen, je alleen verantwoordelijk bent voor wat je zelf hebt toegezegd. Een cultuur waarin je elkaars context niet meer deelt, onafhankelijk van elkaar bent, in zo’n cultuur moet je rationeel kunnen verantwoorden waarom je voor A bent gegaan en niet B. In zo’n cultuur worden contextgebonden argumenten niet begrepen, is de vanzelfsprekende betekenis van de omstandigheden die je met elkaar deelt verdwenen. In zo’n cultuur houden we elkaar in een houdgreep van verantwoording. In zo’n cultuur worden organisaties zwarte gaten met hun eigen realiteit, waaruit betekenis niet meer kan ontsnappen, hoe meer managementlagen hoe sterker. Er zou een woord moeten zijn voor een cultuur waarin de mamihlapinatapai-blik niet meer gewisseld kan worden.

Rick Dekker

Plaats een reactie