Column: Plotseling zit je met je vingers tussen de deur


In ons boek Zijn zij gek of ben ik het? zeggen we dat Toezichthouders moeten worden getoetst op hun oriëntatie, te beginnen met De Nederlandsche Bank. Het paste bij het betoog waarin we de bancaire crisis als evolutionair proces beschreven. Het was toen juni 2008. Onze meelezers zeiden: “Zo’n toetsing gaat niet gebeuren. Moet dat nou?” Precies een jaar later is het aan de orde via de Parlementaire Enquête Commissie die de achtergronden van de bancaire crisis onderzoekt.

Veel mensen kunnen zich niet gemakkelijk voorstellen dat in evolutionaire ontwikkelingen verschijnselen plotseling een andere ziel, een andere identiteit krijgen. Maar dat is nu elke dag aan de orde. Prins Willem Alexander werd commissaris bij De Nederlandsche Bank. Niemand maakte toen bezwaar. Het was een stevig instituut, onaanraakbaar, boven alle partijen. Voor de Prins leek er geen risico in te zitten, alleen maar voordelen. Maar dat is plotseling anders en zit hij met zijn vingers tussen de deur, want het is onbestaanbaar dat hij voor de Parlementaire Enquête Commissie moet verschijnen. De hele context is veranderd: DNB is nu in het parlementaire onderzoek een toezichthouder die getoetst wordt op de vraag of ze heeft bijgedragen aan het ontstaan van de crisis. Heeft ze gedaan waarvoor ze is opgericht, of is ze een eigen technocratisch leven gaan leiden? Is ze vervreemd van de realiteit? Het antwoord dat veel Nederlanders zullen geven is: ja, ze is vervreemd van de realiteit. Als de Parlementaire Enquête Commissie tot dat oordeel komt, wat zijn dan de gevolgen voor elk van de leden van de Raad van Commissarissen?

Wat je veel ziet bij dit soort processen, zie je nu weer: voorlichters proberen een definitie aan te reiken zodat de Prins vrijuit gaat. De Rijksvoorlichtingsdienst meldde dat de Raad van Commissarissen niets te maken heeft met het dagelijkse toezicht dat wordt uitgeoefend. Ze zou er alleen zijn voor het beheer van die bank. Als dat zo is, hebben we al gelijk een van de oorzaken van het falen: de kerntaak van de commissarissen zou moeten zijn dat ze erop toezien dat De Nederlandsche Bank niet vervreemdt van de realiteit. De leden van die Raad moeten van buiten naar binnen toetsen en ervoor zorgen dat in de besluitvorming en het toezicht van die bank op banken, de realiteit steeds zichtbaar en herkenbaar blijft. Als De Nederlandsche Bank is vervreemd van de realiteit is dat zeer verwijtbaar aan de Raad van Commissarissen.

Dit betoog kun je houden voor alle toezichthouders. Ze gingen van binnen naar buiten denken in plaats van andersom. Het ziet eruit als doelen stellen en plannen maken, protocollen ontwikkelen en opleggen om die doelen te realiseren. En controleren en handhaven. Veel vergaderen, alles op papier. Betekenis wordt dan in geld en getallen uitgedrukt. Daarop wordt gemeten. Als getallen groeien is het goed. Toezichthouders selecteerden leden van Raden van Bestuur die het zo deden. In de afgelopen 30 jaar riepen ze – samen met door hen gekozen bestuurders – dat het zo moest. Politici volgden hen en namen zelfs het voortouw over.
Intussen hebben we ervaren dat het niet zo werkt. Dat je in dienstverlening van buiten naar binnen moet denken, niet andersom. Mensen zeggen nu: “Meedoen aan bureaucratisering wil ik niet langer. Ik heb dit beroep niet gekozen om manager of administrateur te worden.” Plotseling is er een omslag. De directeur van een grote overheidsorganisatie belde mij: “De slager mag zijn eigen vlees weer keuren. Dat mocht jarenlang niet meer. Nu mag het weer. We moeten wat doen, want er zijn er nogal wat die deze omslag niet willen en er zijn er nog meer die niet meer weten hoe dat moet, van buiten naar binnen en van beneden naar boven organiseren. We hebben jullie nu nodig. Wanneer kunnen we beginnen?”

Mensen komen in het algemeen niet tot een omslag als ze er niet toe gedwongen worden. Er liggen meestal een of meer volstrekt onverwachte gebeurtenissen aan ten grondslag, zoals bijvoorbeeld op 1 juli in Aalsmeer: alle veilingklokken stopten al om kwart voor negen, omdat er geen vraag meer was. Niet eerder is dat op een woensdag voorgekomen. Het versterkt de onzekerheid bij exporteurs, kwekers, de logistieke sector, de Rabobank. Gelijksoortige ervaringen zijn nu in heel veel sectoren aan de orde van de dag. Vooral waar het gaat om luxe dingen die we niet echt nodig hebben, vallen klappen.
De invloed van de hoge olieprijs midden 2008 op de perceptie van mensen, wordt door politici en economen onderschat. We zijn er allemaal door met onze neus op het feit gedrukt dat bomen niet tot in de hemel groeien, dat we in luxe zijn doorgeschoten. Er is wezenlijk iets veranderd. Niets heeft meer de betekenis die het gisteren nog had.

De grootste blunder die je nu kunt maken is dat je geen evoluties en implosies ziet, blijft denken dat het over een poosje weer wordt als gisteren. Dat je de lopende problemen kunt intomen of repareren. Dan kun je alleen maar verrast worden en zit je plotseling in een positie als die van Commissarissen bij De Nederlandsche Bank.

Wim van Dinten

Plaats een reactie