Column: Een wereld van betekenis


Vanmorgen stap ik in de auto en rij de straat uit. Voor ik de wat grotere provinciale weg op ga moet ik een fietspad over. Van links komt een jonge vrouw aanfietsen. Ik geef haar voorrang en draai de weg op. Onze levens kruisten elkaar, een kwestie van seconden. Als ik iets langer mijn tanden had gepoetst of niet voor niks naar een laatje was gelopen voor mijn sleutels terwijl ze in mijn jaszak zaten, hadden onze paden elkaar niet gekruist. Als ik ook maar even een andere gedachte had gehad, niet tegen dat steentje had geschopt. Als ik de dag daarvoor eerder of later naar bed was gegaan of iets anders had gegeten, was het anders gelopen. Hetzelfde geldt voor haar. Iedere handeling, iedere gedachte, iedere waarneming of gedachte van vandaag of gisteren of de dag daarvoor of daarvoor, alles telt mee. Wat er die morgen in de krant stond, wat onze ouders gedaan hebben, onze familie en vrienden, de troonrede, Napoleon, een Neanderthaler genaamd Flok, de dinosauriërs, die arme Marco Borsato en (die arme?) Unico Glorie, de oerknal en mijn verstopte oor, alles, alles heeft bijgedragen aan onze bijna botsing, juist op dat moment, op die plek.

Door een dergelijk moment zo te benadrukken wint het aan betekenis. Het krijgt iets geregisseerds, zoals in films een dramatische serie van flashbacks van de gescheiden levens van de hoofdpersonen opbouwt naar het noodlottige ongeluk of de eerste romantische ontmoeting. Het is een omdraaiing van de werkelijkheid – een veel voorkomend euvel in de schimmige wereld van ‘intelligent’ design, een onderwerp dat ik met alle liefde een andere keer nog weleens wil vercolumniseren – maar het is vooral de keuze van het moment, het verschijnsel, dat zo’n dramatiserend effect heeft.

Door iets uit de context te lichten, het op een podium te plaatsen, krijgt het meer betekenis, maar vooral een andere betekenis. Een paar voorbeelden uit het nieuws van deze week: minister ter Horst wil de agressie in uitgaansgebieden tegengaan door voetgangers te onderwerpen aan een blaastest. Hiervoor moet de wet veranderd worden, omdat je aan een wandelaar niet kan zien of hij dronken is. Op zich een discussie waard hoeveel je zelf gedronken moet hebben om dat niet te kunnen zien, maar mijn vraag is: hoeveel betekenis negeert Guusje hier en welke betekenis honoreert ze juist? Of hoeveel betekenis negeert Hirsch Ballin als hij na het ontsnappen van Saban B. de beslissing over verlofverzoeken bij de gevangenisdirecteuren legt? Of de G20 als ze zich de vraag stellen wanneer de overheden moeten stoppen met het stimuleren van de economie, nu de recessie voorbij lijkt? Of Balkenende als hij stelt dat ‘het systeem’ is doorgeschoten en dat er dus grenzen aan de bonussen gesteld moeten worden. Of Marco Borsato als hij drie weken geleden … ah nee, da’s flauw.

Ik begrijp goed dat je keuzes moet maken, dat je niet met alles rekening kan houden en dat je niet alle betekenis kan waarnemen. Maar kunnen we ongestraft zovéél blijven negeren? Kunnen we bestuurders blijven kiezen die zoveel van wat er toe doet negeren? Wat is daadkracht waard, wat is besluitvaardigheid waard of doorzettingsvermogen, als het gebaseerd is op een fractie van wat er toe doet? Hoe makkelijk is het om een beslissing te nemen als je de ballast van het herkennen en respecteren van betekenis, van wat er toe doet, afwerpt?

Wie de troonrede leest kan zien wat dit kabinet uit de context heeft gelicht en op een podium heeft geplaatst. De keuzes lijken vooral gebaseerd op hun potentieel dramaturgisch effect. Wie de algemene beschouwingen zelfs maar een beetje volgt kan zien dat ons parlement, een paar uitzonderingen daargelaten, niet in staat is om te zien wat er toe doet. Ze accepteren de keuzes en zien niet wat er ontbreekt: een wereld van betekenis.

Rick Dekker

Plaats een reactie