Ons democratisch stelsel is op


Bos meldde zaterdagavond in Nova dat de minister President in de ministerraad had geëist dat in het openbaar zou worden gezegd dat alle opties over Uruzgan open zouden zijn. Voor de PvdA onverteerbaar en dus stapten zij uit. Je kunt niet duidelijker zeggen dat het uit elkaar vallen van het kabinet werd veroorzaakt door de posities die CDA en PvdA dachten te moeten verdedigen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Inhoud is weg, terwijl Uruzgan gaat over de vraag op welke gronden je als land soldaten buiten je grenzen mag laten opereren en je dat mag continueren. Er is in de politiek niet of nauwelijks een zwaarder onderwerp te vinden. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Wie de vorige week de debatten in de Tweede kamer gevolgd heeft, zag en hoorde dat het weinig over inhoud ging. Dat ligt niet alleen aan politici. Het is algemeen. Je vindt het ook terug in het rapport van de commissie Davids over de besluitvorming om de VS te steunen en soldaten naar Irak te sturen. In die besluitvorming is wezenlijk dat je als land je soldaten alleen buiten de eigen grenzen mag laten gaan als alle landen, in vereniging bijeen, zeggen dat het is gebillijkt en de eigen bevolking het legitiem vindt. Het één is niet belangrijker dan het ander, zou ik zo denken. Zo niet de leden van de commissie Davids. Die menen dat een rechtstelsel de grondslag moet zijn van zo’n besluit. Het gevolg is dat de discussie daarna niet meer gaat over de morele waarde van zo’n besluit, maar over de vraag wat de positie en het gewicht is van een rechtstelsel en wat het gewicht is van een juridische interpretatie van morele waarden door juristen. Daar kun je als politicus in een democratie weinig mee: het gaat om het overtuigen van mensen voor je standpunt in een publieke ruimte. Je argumenteert tegen een achtergrond over wat je zelf en wat mensen als goed of kwaad ervaren.

Ik had gehoopt dat de commissie Davids zou hebben laten zien hoe een afweging eruit ziet bij het nemen van een besluit om eigen soldaten over onze grenzen te sturen. Dan komen hele andere vragen langs zoals; “Wat zijn de heersende opvattingen van de eigen bevolking? Zijn de gestelde doelen realistisch en militair haalbaar? Wat is de betrouwbaarheid van beschikbare informatie? Moet je meedoen met een internationaal verbond waar je als land deel van uitmaakt? Bevestigt dat verbond de morele standaard die onder de bevolking leeft?” en natuurlijk welke jurisprudentie erover is. Het rapport van die commissie zou dan een referentiekader zijn geworden voor dit type besluiten. Het had dan kunnen volstaan met aangeven hoe de besluitvorming feitelijk tot stand gekomen is – zonder eigen interpretaties – zodat anderen dan zij tot een oordeel hadden kunnen komen. Het zou de Tweede Kamer hebben uitgenodigd op de inhoud in te gaan om ook haar eigen rol nader te beschouwen.

Verlies van kwaliteit in besluitvorming gaat hand in hand met verlies aan inhoud. Dat is in belangrijke mate toe te schrijven aan de invloed van het medium televisie en de Publieke Omroep. Al jaren – al in de tijd van premier Kok – zie je dat de verslaggeving over besluitvorming steeds meer wordt ‘vermingeld’. Dan vraag je niet naar de inhoud en de tot standkoming van een besluit, maar stel je de macht en integriteit van iemand aan de orde. Ferry Mingelen doet het al zo sinds 1984, is erin gegroeid, kan niet meer anders. Inhoud is slechts aanleiding en gebruik je om uit te nodigen tot emotie. Dát trekt aandacht. Het geeft spannende tv en hogere kijkcijfers. Dat je van iedereen aandacht wilt krijgen en vasthouden bepaalt inmiddels de aard van het medium tv. Dat er al zo lang gemingeld kan worden zegt veel over de Publieke Omroep en de verantwoordelijkheid die ze daar voelen voor onze democratie. Dat de leden van de Tweede Kamer en politici in het algemeen, daarin zijn meegegaan zegt veel over de selectie van Volksvertegenwoordigers door hun partijen.

Je kunt er niet omheen: het huidige democratische stelsel is op. Het past niet meer bij deze tijd waarin beeld de informatievoorziening domineert. We waren de afgelopen weken met z’n allen aan het ziekbed en maken ons zorgen. De voorstellen van de 19 ambtelijke commissie die 35 miljard aan besparingen moeten vinden, zullen bol staan en hol klinken van modellen, regels, systemen en handhaven. Ze zullen het verval van de huidige democratische en politieke organen versterken. Het zoeken naar nieuwe vormen gaat wellicht dan écht beginnen. We zijn eraan toe.

Wim van Dinten

Plaats een reactie