Implosie als route naar vernieuwing


In de afgelopen week was er veel politiek nieuws. Hans van Mierlo overleed, Agnes Kant stapte op, gevolgd door Camiel Eurlings en Wouter Bos. Emile Roemers en Job Cohen kwamen naar voren als de nieuwe politiek leiders. In kranten en op tv zeggen ze nu al dat het zal gaan tussen Wilders en Cohen. Ze bedoelen dan dat het in de Nederlandse media zal gaan tussen Wilders en Cohen. Dat geeft spannende tv. Het is weer zo’n uiting van ‘vermingelen’ van politiek. Het ontrekt ons zicht aan waar het echt over moet gaan.

Voor musici is het bijvoorbeeld al een tijd de vraag of er nog wel inkomen te halen is uit creativiteit en muziek maken. Het grote EMI staat op instorten: de verkoop van cd’s is in elkaar geklapt. Er wordt gekopieerd dat het een lieve lust is. Moet je als musicus nog meer ondernemend worden? In Cobra op Canvas lieten ze zien hoe dat eruit ziet: verliezen op verliezen bij enorme inspanningen. Iedereen die werd geïnterviewd zat met de vraag of hij het wel vol kon houden, ook degenen die succesvol waren en aandacht kregen in de media. Niemand had de eigen investeringen er uit gehaald. Er kan geen twijfel aan bestaan: de nieuwe infrastructuur met internet, breedbandigheid en krachtige computers tegen lage prijs, zorgt ervoor dat een hele sector instort en via evolutie vernieuwt.

Je ziet het ook in de advieswereld. Rabobank Nederland en UWV bijvoorbeeld vragen offertes aan bij adviesorganisaties waarbij ze eisen dat de tarieven voor functies op het niveau van projectleider liggen tussen de 65 en 55 euro. Dat is voor bestaande organisaties onmogelijk, alleen zzp-ers gaan daarop in. Daar zijn er inmiddels 600.000 tot 800.000 van. Het zijn er zoveel omdat de nieuwe ict infrastructuur dat mogelijk maakt, mensen van zichzelf uit willen gaan en kwaliteit van leven voorop stellen. (In organisaties is dat steeds moeilijker te vinden. Denk aan de 30 zelfmoorden bij France Telecom. Misschien een uitwas, maar desalniettemin symptomatisch.) Adviesbedrijven voelen zich voor het blok gezet, gaan mee in de prijzenslag en lijden verlies. Ze denken (of hopen) dat het tijdelijk is. Bij grote adviesorganisaties zie je – net als bij EMI – collapse van markten en in elkaar zakken van resultaat. De idee dat het tijdelijk is wordt door politici, planbureau’s en economen in stand gehouden, alhoewel ze zeggen dat ze de toekomst niet kunnen voorspellen.

Of neem de energiesector. Windmolens zijn gesubsidieerd, mede omdat ze de bestaande infrastructuur complementeerden, dus niet in verval brachten. Dat riep geen weerstand op bij bestaande organisaties. Die konden vrijwel verder op de manier die ze altijd al deden. Dat is voor zonnecelenergie anders. Bij infrastructurele toepassing ervan zullen overgangen in de energiesector ontstaan die doen denken aan wat nu in de muziek- en advieswereld gebeurt. De komende 5-10 jaar zal zonnecelenergie doorbreken. Bestaande energieleveranciers passen steeds minder en zakken langzaam in elkaar of transformeren dramatisch.

Voor elke sector kun je zo’n verhaal houden: de bouw, banken, onderwijs, zorg, politie, democratische en politieke organen. Ze moeten transformeren omdat ze verouderd zijn, niet meer passen bij de nieuwe tijd en infrastructuur. Dat vraagt een veranderings- en voorstellingsvermogen dat je van mensen niet kunt vragen. De overgangen zijn dan ook niet construeerbaar, verlopen evolutionair en gaan gepaard met evolutionaire vormen van geweld. We noemen dat crises. Je ervaart dat ze nodig zijn, omdat in eerste en tweede instantie alle krachten worden gericht op behoud van wat is en herstel van wat was. Kijk bij banken en je weet dan hoe dat eruit ziet.

Politici moeten we toetsen op de vraag of ze de samenleving bij elkaar houden, want uit elkaar vallen is onder deze omstandigheden bijna onvermijdelijk. En of ze ruimte maken die mensen nodig hebben om zich opnieuw in te stellen. Dat toetsen kan niet zonder de erbij passende vragen en discussies, maar die komen nu moeilijk tot stand: de huidige journalist moet scoren.
Ook de journalistiek moet breed en diep transformeren. Het begint met het scheppen van ruimte binnen de Publieke Omroep voor journalistiek die met evolutie raad weet. Zo niet dan eindigt het met de implosie van die omroep en komt die nieuwe journalistiek buiten bestaande organisaties om tot stand. Dat lijkt nog het meest waarschijnlijk. Implosie maakt ruimte, je kunt het ook zien als route naar vernieuwing.

Wim van Dinten

Plaats een reactie