Tagarchief: cultuur

De zzp-er slaat terug

In een bijeenkomst met wethouders van een grote gemeente kwamen, voor we begonnen, de prognoses van de verkiezingen langs. Rutte bovenaan, het CDA ver achter, met groot verlies. De opmerking van een CDA wethouder was: begrijp jij het? Het is dezelfde Rutte als een half jaar geleden en dezelfde Balkenende. Hoe kan dat? Lees verder

Multiculturele hutspot

Ik ken inmiddels al vrij veel mensen die Europa zijn ontvlucht vanwege het ongenoegen waarmee de multiculturele samenleving aldaar gestalte krijgt. Eenmaal in een ver en vreemd land ingeburgerd durven de meesten rustig te vertellen wat ze er van vinden. Dikwijls zijn dat erg duidelijke meningen en stellingen. Veel van deze mensen hebben zelf ondergaan hoe moeilijk het is om je aan te passen in een ander land, Lees verder

Column: Mamihlapinatapai

Mamihlapinatapai (spreek uit mamilapinatapai) is een woord uit een bijna uitgestorven taal, het Yaghan, dat nog door een paar natievelingen op Vuurland wordt gesproken. Volgens wikipedia is het een van de moeilijkste woorden om te vertalen: ‘de blik die wordt uitgewisseld door twee mensen die geen initiatief willen of durven nemen om iets aan te bieden, maar wel hopen dat de ander dat doet.’ Wat een subtiliteit. Ik probeer de omstandigheden en gemoedstoestand in mezelf te zoeken, iets voor te stellen dat het benadert, het lukt me zo gauw niet. En al zou ik me er iets bij kunnen voorstellen en ik zou die blik willen uitwisselen, dan moet ik nog wel iemand vinden die het ook voelt. It takes two to tango.

Eén woord om zo’n complexe situatie te schetsen. Eén woord voor het gevoel en de omstandigheden waarin je het voelt. Eén woord en die mensen begrijpen elkaar, houden elkaar vast in een prachtige dubbel omgekeerde sociale houdgreep. Ik stel me voor dat, zodra ze de blik hebben gewisseld, ze elkaar gierend van de lach op de schouders slaan, de spanning gebroken, om even later weer vast te zitten… of misschien elkaar innig zoenen? Dat ze daar een woord voor hebben zegt iets over de betekenis van het sociale in die cultuur. Wat heeft die bijna uitgestorven cultuur wel wat wij niet hebben?

Gisteren zat ik in Den Haag in een vergadering. We bespraken de inzet van een externe kracht voor een lastig klusje. Ik had een voorkeur voor de jonge talentvolle creatieveling van het kleine onbekende bureau. De beslissing lag niet bij mij, maar bij iemand die er niet was, de algemeen directeur. Hij had aan mijn baas laten doorschemeren weinig vertrouwen te hebben in de inhuur van eenlingen voor klusjes, maar liefst het hele programma uit te besteden aan een gerenommeerd bureau, inclusief coördinatie en resultaat verantwoordelijkheid. Ik dacht aan de afgelopen anderhalf jaar, de ideeën die we ontwikkeld hadden, van alle kanten hadden belicht. Hoe we andere afdelingen erbij betrokken hadden, enthousiasme hadden opgewekt. Ik dacht aan de hulp die we vroegen, maar niet kregen. Ik dacht aan de talloze vertragingen doordat we telkens weer moesten verantwoorden wat we gingen doen aan mensen die de context niet kenden. De kosten berekeningen voor activiteiten die we niet konden voorspellen. Het betrekken van mensen die nog honderd andere dingen te doen hadden. De teleurgestelde gezichten van mijn collega’s.

En tegelijkertijd begreep ik het en begreep ik de positie waarin mijn baas zich bevond en zijn baas … en zijn baas. In een cultuur waarin je van jezelf uitgaat, waarin jij de uitdaging aangegaan bent, je alleen kunt vertrouwen op wat je zelf kan beoordelen en beheersen, je alleen verantwoordelijk bent voor wat je zelf hebt toegezegd. Een cultuur waarin je elkaars context niet meer deelt, onafhankelijk van elkaar bent, in zo’n cultuur moet je rationeel kunnen verantwoorden waarom je voor A bent gegaan en niet B. In zo’n cultuur worden contextgebonden argumenten niet begrepen, is de vanzelfsprekende betekenis van de omstandigheden die je met elkaar deelt verdwenen. In zo’n cultuur houden we elkaar in een houdgreep van verantwoording. In zo’n cultuur worden organisaties zwarte gaten met hun eigen realiteit, waaruit betekenis niet meer kan ontsnappen, hoe meer managementlagen hoe sterker. Er zou een woord moeten zijn voor een cultuur waarin de mamihlapinatapai-blik niet meer gewisseld kan worden.

Rick Dekker

Column: Salaam Aleikum

Je kent het wel: je komt in een ander land en er vallen je meteen dingen op. Als je er eenmaal op let, zie je het overal en gaat het je bezig houden. Op Bali was het ’t chaotische verkeer, in Marokko waren het de wachtrijen. Of eigenlijk: het gebrek eraan.

We kwamen aan op Mohammed V Airport van Casablanca, liepen richting het treinstation. Bij de controlepost – de andere kant op – was een enorme drukte. Koffers moesten één voor één gescand. Het leek wel een marktkraam. Iedereen drukte op mekaar om dichter bij de bagagescanner te komen. Er werd niet in stilte in een rechte lijn gewacht zoals in Nederland. Wel veel gepraat. Opeens werd ook naar elkaar geschreeuwd. Wat er precies aan de hand was kon ik van waar ik stond niet zien, maar het leek op een ruzie. Het was erg warm. We liepen verder.

Even later stonden we te wachten op de trein naar het centrum. Langzaam zagen we het perron vollopen met mensen die veel bagage bij zich hadden. Sommigen hadden een trolley. De trein kwam er aan en al voordat de trein stilstond had zich een menigte gevormd bij de dichtstbijzijnde deur aan de kop van de trein. Net als bij de controlepost: je loopt zonder na te denken, als het je lukt, zover mogelijk naar voren. Je wacht niet. In de trein stonden mensen klaar om uit te stappen. Je raadt het al: helemaal vast. Nog erger dan in Nederland. Uitstappende passagiers wrongen zich met al hun bagage door de menigte. In het Arabisch werd van alles geroepen. Het in- en uitstappen ging langzaam. Mensen gingen naar binnen terwijl er nog mensen de trein uit moesten. En allemaal bij die ene deur. Verder naar achteren stapten mensen rustig uit, maar moesten ook langs de kop van de trein naar de controlepost. Veel mensen, veel kabaal. En warm. Het duurde even, maar uiteindelijk loste de menigte op.

Gedurende de reis viel het me steeds vaker op: rijen zoals in Nederland zijn er in Marokko bijna niet. Bij het busstation, in winkels, op het postkantoor. Mensen gaan allemaal tegelijk aan het loket staan. Ze maken meteen contact. Het wordt door anderen niet als asociaal ervaren. (Kun je je voorstellen dat je bij de Hema naast iemand gaat staan die wil afrekenen?) Sterker nog: als je wacht gebeurt er niets, word je niet geholpen. Aan het loket geven mensen die erbij komen je een glimlach en leunen naar voren. Je glimlacht terug. ‘Salaam Aleikum,’ zegt iedereen. De loketbeambte geeft – terwijl hij bezig is – iedereen meteen aandacht. Als de persoon achter het loket iemand kent, gaat die voor. Anderen kijken rustig toe. Ze hebben geen haast. Iedereen straalt een rust uit, kijkt een beetje rond, maakt een praatje. Eigenlijk is het wel gezellig aan het loket. Je wordt prettig geholpen.

Tijdens de vakantie dacht ik na over de vraag wat wachtrijen eigenlijk zijn. Hoe kan het zijn dat er in Nederland zoveel wachtrijen zijn en in Marokko iedereen tegelijk geholpen wordt? De idee van volgorde aanbrengen in ‘bediend worden’ is daar vrijwel niet. Daar is de relatie tussen mensen dominant, niet een bedachte ordening.

Denken in volgorde is rationeel en zo bezig zijn is in Nederland dé manier van organiseren. Bij bedrijfskunde werd me geleerd dat een wachtrij een pijltje is en een loket een vierkantje. Ik moest leren de wereld op te delen in kleine stukjes. Dan kon ik berekenen hoe je iets het beste kunt inrichten om mensen het snelst te bedienen. Dát is kwaliteit.
Het staat mijlen ver van wat ik in Marokko heb meegemaakt. ‘Salaam Aleikum’ ben ik bij bedrijfskunde nooit tegengekomen.

Door Georg Hubner