Tagarchief: de Staat

Griekse crisis in gewone mensentaal

Als een volk in staat is iets voort te brengen wat mensen van andere volken graag willen hebben, kan ze haar munt opwaarderen. Dat kan ze net zo lang doen tot die te duur geworden is. Gezegend zo’n volk. Daar staat een volk tegenover dat weinig heeft dat mensen uit andere volken graag willen hebben. Dan moet zo’n volk met haar munt omlaag net zo lang tot andere volken bereid zijn te betalen. Lees verder

Column: It’s good if it’s good enough for me.

In Amsterdam heeft de politie een peilzender verstopt onder het voorspatbord van een scooter. Ze deed dat toen de scooter in beslag genomen was. De jonge eigenaar werd gewaarschuwd door een vriend die er een had ontdekt onder zijn eigen voorspatbord. En zowaar, bij hem ook. Hij haalde het eraf en werd nog diezelfde middag aangehouden. Hij reed weg, werd door de politie achtervolgd en op zijn scooter geramd. Die werd beschadigd en hij afgestopt. De jongen ging met zijn verhaal naar de plaatselijke tv. En hij nam een advocaat in de arm. Hij kreeg van de politie een aanmaning om de zender in te leveren, maar dat weigert hij. Hij vindt dat zijn privacy is geschonden en er sprake is van mishandeling. Foei en bah en ach- en wee-geroep van de advocaat in de media. Wat moet je hier nou toch van vinden?

Ik heb me afgevraagd hoe de politie moet zijn georganiseerd als ze dit soort technieken gebruikt. Kennelijk is de jongeman verdacht en vindt ze dat voldoende reden hem te volgen. Als er dan ergens een tasjesroof wordt gemeld door een duo op een scooter, ga je na waar de scooters waren die je peilt. Is de gepeilde scooter op die plaats, dan heb je de daders. Dat moet je dan nog wel bewijzen. Dus je vraagt de beroofde mevrouw of ze de berijders herkent en klaar is kees. Je gebruikt beschikbare technologie om daders te pakken en vindt dan dat het is geoorloofd. Zo is ook het gsm-signaal te gebruiken in plaats van een peilzender. Maar die kun je afzetten. De peilzender ook, maar dat doe je niet zolang je niets vermoedt.

Opsporen van vergrijpen en delicten en het vinden en aanhouden van boeven is een basistaak van de politie. De vraag is: wanneer mag de politie daarbij gebruik maken van de modernste technologie? Die maakt mensen identificeerbaar als er maar een haartje of huidschilfertje achterblijft en iemand volgbaar als moderne communicatiemiddelen worden gebruikt. Dat is nogal ingrijpend. De vraag leidt tot een volgende: in wat voor soort Staat is dit geoorloofd? Het is geoorloofd in een Staat die voor alles verantwoordelijk is en waarin mensen worden beschouwd als productiemiddelen die iets voortbrengen ter meerdere eer en glorie van de Staat. Die Staat is niet van de mensen, maar de mensen zijn van de Staat. Zulke Staten heten modern als ze zich vergelijken met andere om te zien of ze haar bronnen het meest efficiënt gebruikt en het meest voortbrengt, uitgedrukt in geld en getallen, want anders kun je niet vergelijken. Zo’n Staat kan alleen werken als er mensen zijn die zich meer identificeren met de Staat dan met de samenleving waarin zij leven en die Staat willen representeren en leiden. Dat is bijzonder en alleen voorstelbaar als mensen los zijn van elkaar, uitgaan van zichzelf en de maatstaf hanteren die Barack Obama omschreef als: It’s good, if it’s good enough for me. Het is gebleken dat er in de westerse samenleving heel veel mensen zijn die zo in de wereld staan.

Het bijzondere aan de case in Amsterdam is dat de jongeman – gegeven zijn historie – ervan wordt verdacht anderen te beroven, maar zelf opeist dat hij wordt gerespecteerd. Beroven en tegelijkertijd klagen over het plaatsen van een peilzender kun je doen als je tot in het extreme uitgaat van eigen belang. Dan gebruik je elke mogelijkheid om je ruimte te vergroten, zoek je de grenzen op van de wet, spreek je de overheid aan op gedrag dat je zelf met voeten treedt. Je maakt gebruik van de journalistieke en juridische opvatting over de Staat die sociaal is, mensen respecteert, hun vrijheid eerbiedigt. Als deze jongeman een strafblad heeft, heeft hij weinig reden tot klagen. Hij vond een Staat tegenover zich die bij hem past. Pas als de politie alle burgers gaat behandelen alsof ze verdacht zijn, heeft de samenleving een groot probleem. De kernvraag is: was het verdenken van deze jongen realistisch? Ik ben niet gerust op het antwoord.

Door Wim van Dinten.