Tagarchief: functionaliteit

Column: Doe je dat thuis ook?

Aan allen,

Het komt regelmatig voor dat mensen een PERMANENT-MARKER gebruiken voor een whiteboard. Ik kan u verzekeren dat dit geen goed huwelijk is, omdat wij (Fac. dienst) dan in de weer moeten met allerhande chemicaliën om het whiteboard weer schoon te krijgen.

Dus….voor een whiteboard gebruiken wij voortaan een WHITEBOARD-STIFT! en voor papier gewone stiften.

Het volgende punt: BEAMERS dienen na gebruik afgekoeld uitgeschakeld te worden. Het apparaat geeft dit zelf ook aan (lampje). Als na gebruik direct de stekker uit het apparaat wordt getrokken zonder af te koelen gaat deze dus heel snel stuk.

Laat u een beamer vallen zonder dit te melden, dan kost dat onze organisatie 1300 EURO.

Beamers zijn dus gevoelige apparaten waarmee zuinig omgegaan dient te worden.

Gaarne voor deze zaken eerst KIJKEN, NADENKEN en dan PAS DOEN.

De huismeester

Wie kent hem niet? Hard werkend probeert hij de boel in het gareel te houden. Baalt van klachten die anderen veroorzaken maar bij hem op het bordje komen. Ziet collega’s die gewoon hun gang blijven gaan. Hoe vaak heeft hij het al gezegd? Dan nog maar een keer op de mail, aan iedereen. Net als dit briefje op een damestoilet bij een bank:

Heb je doorgespoeld? Is de nieuwe wc-rol weer opgehangen?

Heb je, indien nodig de spuitbus gebruikt?

Dank je wel namens alle dames van de afdeling.


Maar heeft het zin? We lezen zo’n briefje, voelen ons niet aangesproken. De kans is groot dat er bij het eerstvolgende foute gebruik van een marker een grap over de huismeester gemaakt wordt.

Huismeestermailtjes en toiletbriefjes kom je vooral tegen in grotere organisaties en organisaties die functioneel zijn ingericht. Taakverdeling staat er centraal. Persoonlijkheid, sociale verbanden zijn franje of leiden af van de rationele modellen en de bedachte doelen die bereikt moeten worden.

Hang je in dit soort omgevingen geen briefje op maar spreek je iemand persoonlijk op de misstand aan: ‘Doe je dat thuis ook?’ Dan ben je impertinent. Zo’n vraag hoor je hier niet te stellen. En natuurlijk doen ze dat thuis niet.

Waarom hier dan wel? Het heeft alles te maken met de functionaliteit van de organisatie. Je wordt afgerekend op je taak, de uitvoering van je afgebakende opdrachten, het bereiken van afgesproken resultaten. Privé, persoonlijk, sociaal, dat is vooral voor thuis. En daarmee verschijnen je goede manieren – die onlosmakelijk verbonden zijn met ‘sociaal’- ook niet op het werk.

Veel bedenkers van functionaliteiten en taakafbakening zien niet dat ze daarmee tegelijkertijd linken doorsnijden die medewerkers impliciet samenbinden en samen verantwoordelijk houden voor hun werk. Door de functionele opdeling zijn de verkeerde markers en de kapotte beamer niet een gedeeld probleem, maar het probleem van de huismeester geworden. Het staat niet in jouw taakomschrijving. Daar maak je je dus niet druk om.

Wie zich wel verantwoordelijk gaat voelen en verbindingen maakt, krijgt commentaar: “Daar gaat een ander over.” Of “Waar bemoei je je mee?” Zelfs medewerkers die van huis uit sociaal zijn, laten dat gedrag op een gegeven moment in zo’n omgeving wel uit hun hoofd.

Tenzij je dit allemaal, met elkaar echt een vervelende situatie vindt. Dan is zo’n mailtje van de huismeester een teken dat de werksfeer te functioneel geworden is waarin gewone dingen niet meer gebeuren. Dan praat je er tijdens de koffie en het werkoverleg met elkaar over. Dan spreek je elkaar er op aan als het weer gebeurt en steek je er energie in om de volgende keer niet meer te laten gebeuren. En dan zul je zien dat hetzelfde geldt voor het opruimen van vuile koffiekopjes, de printerlade met nieuw papier aanvullen…. Dat wil niet zeggen dat je werk van een ander gaat zitten doen, maar je werkt samen. Je houdt rekening met elkaar en blijft het grotere geheel van jullie werk tezamen zien. En daarin help je soms en wordt je soms geholpen. Zijn er dan nog steeds huismeestermailtjes of toiletbriefjes?

Door Imelda Schouten

Video-column: Functioneel inrichten