Tagarchief: james herriot

Column: wachten op de traumahelicopter

Het blijft me verbazen hoe snel de ontwikkeling van technologie is gegaan en hoe het ons en onze omgeving heeft veranderd. Mijn oma leefde in een tijd dat er nog nauwelijks auto’s waren, geen telefoon – en al zeker geen mobiele – geen radio, geen televisie en in de verste verte geen computer. Het leven speelde zich lokaal af. De wegen waren geschikt om bewandeld te worden, door mens en paard. Zelfs de tijd was lokaal. Nog geen honderd jaar geleden moesten we het met elkaar zien te rooien. Er leven zelfs nog mensen die het zich kunnen herinneren.

Vorige week vertelde iemand me wat ze een paar jaar geleden had meegemaakt. Ze waren met een klein gezelschap op trektocht te paard door de Dordogne. Het paard van een Amerikaanse man struikelt en hij glijdt op de grond. Het zag er niet ernstig uit dus iedereen schrok nogal toen hij bewegingloos bleef liggen. Terwijl iemand het paard gaat halen bekommert de rest zich om de op zijn rug liggende man. “Are you alright?” vragen ze hem. “I don’t know” antwoordt hij. Ze kijken hem verbaasd aan, “Are you in any pain?” … “I don’t think so”. Er verstrijkt nog wat tijd, mensen kijken elkaar vragend aan, kijken naar de man op de grond, hij kijkt vragend terug. Uiteindelijk steekt iemand zijn hand uit en hij staat aarzelend op, niets aan de hand. “Why didn’t you get up?” vraagt iemand. Hij antwoordt, “I was waiting for the trauma helicopter.”

Hier is iets fascinerends aan de hand. Techniek en deskundigheid, waarmee vastgesteld kon worden dat hij ‘alright’ was, had voor deze man meer betekenis dan zijn eigen gevoel. Het is maar goed dat de Amerikanen hun eigen begroeting nooit serieus nemen, het zou hun samenleving compleet ontwrichten: “Hi there, ‘you alright?”… “chop-chop-CHOP-CHOP.”

Laatst zat ik naar de allereerste aflevering van James Herriot te kijken. Hij zit zelfgenoegzaam in de bus op weg naar zijn eerste baan als veearts op het Engelse platteland, ergens in de jaren ‘30. Als hij uit het raam kijkt ziet hij een paard staan, ‘Magnificent animal!’ zegt hij breedlachend tegen zijn buurman. Zijn buurman kijkt hem wat norsig aan, ‘You know horses, do ya?’. ‘Well no not really, but it’s wonderful to see how they survived the tractor.’ De man kijkt hem geringschattend aan: ‘You worked with horses, have ya?’, waarop James Herriot een goudvis immiteert en beschaamd zijn hoofd weer afwendt.

Het romantische beeld van de boer, levend en werkend in harmonie met zijn dieren, is met twee korte grommen van een ‘local’ volkomen weggevaagd. Voor hem is de techniek een zegen, een verlichting van zijn zware bestaan. Hij ervaart de techniek als helpend en gebruikt hem in verbinding met de realiteit. De Amerikaan daarentegen leeft in een virtuele realiteit, hij is zo los als Roderik en Arend-Jan die gingen kanoën op de Amazone. – Na een onhandige manoeuvre slaat de boot om en liggen ze allebei in het water. Terwijl de krokodillen van de kant afglijden roept Roderik; “Verrek, zie je dat Arend-Jan? Ze hebben hier reddingsboten van Lacoste!” –

De technologie heeft ons de afgelopen eeuw vele zegeningen gebracht, onze zelfstandigheid en individualiteit is meegegroeid, niet als keuze, maar als bijkomstig verschijnsel. Net als sociale samenhang ontstaat in een toestand waarin je elkaar nodig hebt, afhankelijk bent. Wie echter denkt dat de behoefte aan verbinding met anderen is verdwenen vergist zich.

Dezelfde technologie die ons uit elkaar gedreven heeft verbindt ons nu weer. Mensen vinden elkaar nu met Hyves, Myspace, Marktplaats, Facebook, Twitter, Schoolbank, Blogger, MSN, GoodReads, Flickr, Youtube, Blinx, Del.icio.us, enzovoort, enzovoort. Het is de nieuwe realiteit, een realiteit waarin we elkaar weer vinden, zonder afhankelijk te zijn.

Door Rick Dekker