Tagarchief: klas

Column: Een arena vol ego’s

In de laatste Zomeravondgasten was Jaap van Zweeden, de dirigent, de gast. Hij had prachtige filmfragmenten uitgekozen. (5/9 op Nederland2 herhaling om 13.05) Hij vertelde wat hij steeds probeert: in een situatie op te gaan, jezelf erin verliezen. Als het lukte was het een moment van ultiem geluk. Hoe het werkte wist hij niet precies, maar als hij muziek maakte gebeurde het soms dat hij in die toestand raakte. Hij wil proberen dat het hem steeds lukt, in elke situatie. Hij sprak over Krisnamurti.

Juist voor dit gespreksonderwerp was er een filmpje over een klas in Japan. De kinderen bouwden in groepjes vlotten. Zo werd bereikt dat ze sociale samenhang ontwikkelden, ze leerden samenwerken. In het fragment strafte de leraar een jongen die steeds zat te praten. Dat mocht niet. De leerling werd naar voren geroepen en kreeg als straf dat hij niet mee mocht doen met tochtjes op de vlotten. Hij huilde. De kinderen uit de klas kwamen in beweging. Buitengewoon respectvol naar de leraar vertelden ze hem dat deze straf niet terecht was. Je zag vriendschap, gedeelde smart. Ze namen het voor elkaar op, ook al had de jongen teveel gepraat en gaven ze dat toe. Het filmpje liet zien hoe de leraar leed onder de kritiek van de kinderen, maar wel met hen meeging en bekende dat hij fout zat. Later zei hij dat de kinderen hem ontzettend goed de les hadden gelezen. Het over jezelf heen kunnen stappen werd prachtig zichtbaar, van de leraar en van de kinderen die durfden het voor hun klasgenoot op te nemen. Geen spoor van zelfreferentialiteit. Je kunt je voorstellen dat die kinderen in staat zijn in een situatie op te gaan, zichzelf daarin te verliezen, een gevoel van groot geluk te ervaren.

Dat was zondag. In de dagen erna ontmoette ik een lerares die vertelde hoe het nu toeging op haar basisschool. De directeur had haar aangesproken: hij was gebeld door ouders omdat ze het had bestaan hun kind ten overstaan van de hele klas te corrigeren. Dat kon echt niet. De tienjarige jongen had daardoor een slechte dag gehad en had daarover geklaagd bij zijn ouders. De directeur verdedigde de ouders: dat waren de klanten. Daar moesten ze het van hebben. Ze voelde zich in haar hemd staan. In eerste instantie had ze moeite om zich het voorval te herinneren, omdat ze het gewoon vond horen bij haar werk en rol als docente. Je bracht kinderen toch normen en waarden bij? En bovendien, als je daarin geen positie ontwikkelt, veegt een klas van tienjarigen de vloer met je aan. Lesgeven kun je dan wel vergeten. Ze vroeg zich af: wat voor soort kinderen leveren we af aan de maatschappij? Ouders die klagen zonder zich in de situatie te verdiepen. Van sociale samenhang is geen sprake. “Ik ga maar door zoals ik denk dat het goed is voor de kinderen. Van de ouders trek ik me zo weinig mogelijk aan.”

Als je daar de beelden van Jaap van Zweden bijlegt, ontkom je niet aan een aantal stevige vragen. Zijn wij in onze samenleving intussen zover dat het Ik zo absoluut is dat zelfs het overbrengen van sociale normen en waarden in een klas niet meer mag? Als dat zo is, worden die kinderen daar dan gelukkig van? En wat voor samenleving levert het op als we onze kinderen zo opvoeden? Nu zie je steeds vaker dat mensen zich niet meer kunnen inzetten voor de missie van de organisatie waar ze werken. De klachten over verlies van sociale samenhang zijn niet van de lucht. Het is niet alleen op de werkvloer. Leden van directie- en managementteams blijken steeds slechter te kunnen samenwerken. Elk is deskundig op het eigen terrein, maar samen ergens voor staan, samen een vlot bouwen, laat staan het voor elkaar opnemen? Vergeet het. Dat deze mensen dat ultieme geluk zouden kunnen voelen door zichzelf in een situatie te verliezen is ondenkbaar.

Ik moest hier aan denken toen ik las dat minister Ter Horst uit de Tweede Kamer was weggelopen. Ze was in een arena vol ego’s geraakt die elk gevoel voor sociale samenhang en realiteit misten. Dat was voor haar onverdraaglijk. Ze liet haar eigen ego zien.

Imelda Schouten