Tagarchief: koekje

Column: Koekje voor het bloeden

Je zou zeggen het moet toch niet gekker worden: is er eindelijk marktwerking in de zorg, is het weer niet goed. Een ziekenhuis in Haarlem laat patiënten die bereid zijn 900 euro neer te tellen voorgaan op de wachtlijst. Een journalist interviewt de verantwoordelijk directeur en vraagt hem of het waar is dat rijke mensen voorgetrokken worden. ‘Nee’, zegt hij verbaasd, ‘het gaat hier om bedrijven die graag willen dat hun werknemers eerder aan het werk kunnen, die patiënten zelf zijn helemaal niet rijk. Bovendien gaat het niet ten koste van de reguliere zorg het komt er bovenop.’ Fantastisch antwoord, waar heb je het over, ik doe gewoon mijn werk. De journalist staat met de mond vol tanden, logisch, hij heeft niet eens door dat hij de verkeerde interviewt.

De Tweede Kamer spreekt er schande van. ‘Dit was niet de bedoeling!’, roepen ze in koor. Maar sinds Hoogervorst en de Geus wordt er aan instellingen in de zorg gevraagd om te concurreren volgens een marktmodel. Hoogervorst heeft gesteld dat in 2012 ziekenhuizen beursgenoteerd moeten kunnen zijn. Het ziekenhuis Kennemerland heeft geluisterd en iemand aangesteld om na te denken over de markt, winst, concurrentievoordeel en misschien wel een beursgang. Hij is er op geselecteerd en wordt er op afgerekend. Hij doet waar hij goed in is. Wat had je dan in vredesnaam verwacht?!!!

Wie besluit om een koekjesfabriek te beginnen, kan zich geroepen voelen om zijn koekjesbakkersgift aan de wereld te openbaren, maar waarschijnlijker is dat er een financiële afweging aan ten grondslag ligt: kan ik er meer aan verdienen dan het me kost. Een eenvoudige en geheel legitieme gedachte, de schoorsteen moet toch roken. Je gaat nadenken over wat voor koekjes je wilt maken, ga je voor kwaliteit of voor prijs? Er zijn kaakjes, biskwietjes, rondo’s, kano’s, lange vingers, gangmakers, jodenkoeken, bokkenpoten, flikken, of ga je een nieuw koekje uitvinden? Je vraagt je af wie jouw koekjes gaat eten. Je hebt koekjes voor bij de koffie, koekjes om slank van te blijven, koekjes als traktatie, koekjes voor de lekkere trek, iedereen zijn eigen koekje voor ieder moment, een eindeloze variatie. Hoe ga je ze produceren? In welke winkels moeten ze liggen? Wat moet de verpakking uitstralen? Waar moet ik reclame maken? Enzovoort, enzovoort.

Wie moeite heeft met deze vragen gaat bedrijfskunde studeren of marketing of commerciële economie of NIMA of God weet wat. Het zijn opleidingen die je vertellen hoe je een bedrijf moet inrichten volgens een model dat past bij het marktmechanisme. Het mooie van dat mechanisme is dat als jouw koekjes niet lekker zijn je ze niet verkoopt. Je kan wat aan de prijs doen, dan krijg je ze bij de koffie als je op bezoek gaat. Of je krijgt uitpuffend van een woedeaanval een brainwave en gaat je specialiseren in bodems voor kruimeltaarten. Maar hoe je het ook wendt of keert, als je koekjes niet lekker zijn lig je eruit. Bij koekjes selecteert het marktmechanisme op kwaliteit en prijs doordat je als klant vrij bent om te kiezen en de volgende keer een andere keuze te maken.

Maar wat zou er nou gebeuren als je dit industriële model één op één van toepassing verklaart op de gehele zorg? Kan je als ziekenhuis zelf bedenken wat je voortbrengt, ‘Wij doen hoofd, schouders, knieën en tenen en ik heb er trouwens al een leuke tune bij bedacht.’ Kan je als patiënt je volgende blindedarmoperatie in een ander ziekenhuis laten doen, omdat de prijs/kwaliteit verhouding je tegenviel?

Het marktmechanisme werkt niet bij dienstverlening, omdat de essentie van dienstverlening nou juist is dat de klant, patiënt of burger uitgangspunt is, waarbij kennis en kunde ter beschikking worden gesteld om hem of haar te helpen kiezen. Als we geen onderscheid gaan maken tussen het systeemgedreven productiemodel en de contextgedreven dienstverlening zal de kwaliteit van de zorg als geheel afkalven. Er zullen nieuwe zorgorganisaties ontstaan die zich richten op dienstverlening aan de patiënt, maar dat is dan alleen voor wie het zich kan veroorloven.

Dokter ik heb zo’n pijn … Koekje?

Door Rick Dekker.