Tagarchief: met gevoel voor realiteit

Column: Lachen bij de publieke omroep

Afgelopen weekend zond KRO Reporter een special uit over Wouter Bos, onze ongekroonde redder van de financiële markt. Ik zie een voldane man die ontspannen, met een grap en een grol, alle vragen over de financiële crisis en zijn optreden daarin beantwoordt. Af en toe als het serieus wordt knijpt hij zijn ogen tot spleetjes om aan te geven dat hij er helemaal in zit. Wie niet beter weet denkt dat er een ondernemer zit die de deal van de eeuw heeft gesloten. Zijn broer beschrijft al even vrolijk wat een scherpe onderhandelaar Woutertje vroeger al was, bij Monopoly, “Als Wouter eenmaal de macht had …”. Voor de kritische noot heeft de redactie de financiële eminence grise Onno Ruding en de altijd opgewonden Willem Vermeend in de rol van Statler en Waldorf geplaatst. Ze geven kritiek, maar weten dat ze optreden in een show.

Op de in beton gegoten vraag of de Amerikaanse Minister Paulson een kapitale fout heeft gemaakt door Lehman Brothers niet te redden, antwoordt Bos, zonder enige bedenktijd of nuancering: “Ja”. Gevraagd naar de verklaring buigt hij voorover om zijn woorden kracht bij te zetten: “Toen deze bank viel, die zo’n ongelofelijk cruciale schakelfunctie had in het financiële verkeer wereldwijd, ontstond er een enorm wantrouwen in de hele financiële wereld. Vanaf dat moment wist niemand meer wie er nog gered zou worden en wie niet.” Het is volgens Wouter te beschouwen als de geboorte van de crisis, als een noodlottig voorval dat voorkomen had kunnen worden. Was hij toen daar geweest, dan had hij zijn vinger in de dijk gestoken.

Dagelijks zie ik om me heen dat dit beeld van Bos realiteitszin mist. Hoe ik de overgang maakte weet ik niet, maar ik nam het steeds minder serieus en ging er steeds meer naar kijken als Holland’s got talent, een van de top-programma’s van de commerciëlen. Verbijsterend om te zien hoeveel mensen in dat programma op een stip gaan staan in de volle overtuiging dat ze iets kunnen en in de hoop dat ze ‘ontdekt’ worden. En hilarisch (op een tragikomisch, zeer respectvolle manier natuurlijk) om de blik van volkomen ongeloof te zien als de priem van Henk Jan Smits en consorten hun opgeblazen fantasiewereld uiteen doet spatten.

Hoe zouden mensen aan het idee komen dat ze iets kunnen? Volgens mij zijn er twee mogelijkheden; ze zijn ziek en worden omringd door een kritiekloze massa familie, vrienden en kennissen, of diezelfde groep vindt het net als zijzelf zó fantastisch bekend te worden, dat de manier waarop er helemaal niet toe doet. Aandacht en belangstelling voor zichzelf is waar het om gaat. Hoe, doet er niet toe. Het gaat om jou. Bescheidenheid is dan een ondeugd.
Wat we nu zien is dat programma’s als Holland got’s talent niet alleen gemaakt wordt bij de commerciële omroepen, maar ook bij de publieke omroep met ministers in de hoofdrol en als kennissenkring ex-ministers en andere publiek bekenden. Alleen maar aandacht voor de hoofdpersoon, hoe doet er ook niet toe, wat die beweert maakt niet uit: geen onderzoek of onderbouwing of nuance. En die hoofdpersoon geniet.

De broer van Wouter Bos bracht alles terug tot de juiste proporties. Wouter speelt minister zoals hij monopoly speelde. Toen ik eenmaal de lijn van broer Bos te pakken had keek ik naar het programma als Bos, he’s got talent. Vanaf het moment dat ik er zo naar kon kijken begon ik te lachen. Ik moest steeds harder lachen, kreeg er tranen van in mijn ogen bij Vermeend, moest schuddebuiken bij Onno Ruding. Het programma heet Reporter. Je mag het niet missen. Het is humor van de bovenste plank.

Rick Dekker

Column: Spreadshit

De voorpagina van een recente krant: scholen die het verzuim van leerlingen niet melden, horrortaferelen in een Brits ziekenhuis en gesjoemel met bezoekcijfers in het Zuiderzee museum. Laten we ze even langslopen.

• De directeur van het Zuiderzee museum telde iedereen die een stap in het museum zette als bezoeker, inclusief de schoonmakers. De jaren voor hij kwam noemde hij ‘magere jaren’ met bezoekersaantallen van 185.000. Na zijn komst zou het gegroeid zijn tot 265.000. Nu is hij directeur bij een ander museum waar men die competentie kennelijk belangrijk vindt.
• Veel scholen verzaken hun wettelijke plicht om spijbelaars te melden. Het schoolhoofd dat verzuim niet tijdig meldt riskeert 3700 euro boete of een maand gevangenisstraf. Leerplichtambtenaren gaan daarom scholen scherper controleren en zo nodig boetes opleggen, zo dreigt Ingrado, de landelijke brancheorganisatie voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten.
• Een Brits ziekenhuis spant de kroon. Patiënten die van de dorst uit een bloemenvaas drinken, hartbewakingsappratuur die per ongeluk uitgezet wordt, patiënten die geen eerste hulp krijgen, maar om de norm van maximaal 4 uur wachttijd te halen in een onbemande wachtruimte worden geplaatst, mensen die uren in natte bedden liggen of schreeuwen om pijnstillers. De schatting is dat er in drie jaar 400 mensen zijn overleden door gebrek aan zorg. Wat bleek, het management was geobsedeerd door het halen van targets om de status ‘Foundation Hospital’ te halen … en die kregen ze.

Drie keer hetzelfde. Drie keer is de betekenis van wat zich in de realiteit afspeelt gereduceerd tot cijfertjes. Spreadsheet geschiedenis, spreadsheet onderwijs en spreadsheet zorg. Hoe duidelijk moet het worden dat dit niet werkt?

Gisteravond op de televisie. Een beleggingsadviseur van zo te zien net 20 zit bij een serieus actualiteitenprogramma te vertellen wat ik in mijn ‘investeringsmandje’ moet stoppen. Om het wat sexier te maken hebben ze het bij de leerplichtambtenaren van Ingrado welbekende jochie gevraagd een weekje fictief te beleggen. Wat weet hij ervan? Niets! Nada! Niente! Vol trots vertelt hij dat hij minder heeft verloren dan de beurs en laat wat grafiekjes zien. Spreadsheet advies. Nee dan die journalist, hij zou hoogstens twee vragen hoeven stellen om erachter te komen dat het ventje er de ballen verstand van heeft. Maar hij toetst niets! Nada! Niente! “Hé, wist je dat het woord onnozel uit het woordenboek is gehaald? Oh, even noteren. Eén of twee ennen?” Spreadsheet journalistiek.

Terwijl ik dit intype ben ik de gemeente aan het bellen – “Er zijn nog drie wachtenden voor u”. Ik woon naast een verzamelplek voor vuilniszakken in de Leidse binnenstad. Iedere dinsdag en vrijdag komt men de vuilniszakken halen, meestal. Alles wat niet in een grijze komozak zit en de rommel die de katten ’s nachts hebben gemaakt blijft liggen. Het nummer van de gemeentelijke ‘dienst’ heb ik onder een sneltoets gezet. Ik ben praktisch ingesteld, dus ze staan boven mijn ouders, want die bel ik een stuk minder vaak. Het lukt vrijwel nooit in een keer om er iets aan te doen. “Oh, ik zie in mijn systeem dat de klacht is afgemeld”
– “Misschien kunt u voortaan beter aan mij vragen of het probleem is opgelost?”
“Nee meneer, dat kan niet.”

Ik heb nu, zonder te liegen, 1 uur en … 24 minuten verbinding met de gemeente. Ik ben in die tijd gegaan van “Er zijn nog drie wachtende voor u”, naar, “Er is nog één wachtende voor u”. Ik besef me inmiddels dat ik niemand aan de lijn ga krijgen, maar ik geef niet op. Die laatste wachtende is kennelijk ook een taaie, met handsfree. “Tuuttuut, tuuttuut, tuuttuut, tuuttuut, tuuttuut, tuuttuut … Er is nog één wachtende voor u”, de hartslag van een organisatie die de verbinding kwijt is.

Intussen verspreidt het vuil zich door de buurt. Spreadshit!

Rick Dekker

Column: De kern van de crisis (3) – Falend leiderschap ?!

Aanpak crisis lost problemen niet op kopte de Volkskrant op donderdag 26 maart. Het artikel blijkt te gaan over een plan van aanpak van de coalitiepartijen en de zittende regering om de economische crisis te bestrijden. Onder de huidige crisis zit intussen een hele bundel crisissen in alle soorten en maten. De kans is groot dat je door er één te bestrijden, andere verergert. Welke kom je elke dag zoal tegen in het nieuws? Er is een kredietcrisis die weer een gevolg is van een crisis in het bancaire systeem. En die crisis is weer veroorzaakt doordat graaien en hebzucht vrij hun gang konden gaan. Volgens EU-voorzitter Topolanek stevenen we met de maatregelen van de Amerikanen af op een financiële crisis en plaveien die ‘de weg naar de hel’. In het Nederlands parlement praat men over een crisis in de democratie. Het parlement laat zich buitenspel zetten. En dan is er nog een klimaatcrisis en uitroeiing van biodiversiteit en een crisis in de manier waarop we met elkaar omgaan. Volgens sommigen is alles de oorzaak van falend leiderschap en zie je politici en bestuurders excuses aanbieden omdat ze naar eigen zeggen bankiers teveel hebben vertrouwd (Neelie Kroes) of hebben zitten slapen (een hele groep mensen inmiddels). Volgens veel intellectuelen is het een maatschappelijke crisis die voortvloeit uit het volgen van de neoliberale lijn.

Als er op vrijwel elk terrein een crisis is, is dan niet de ware crisis dat leiders en zij die op die leiders toezicht houden, er een manier van kijken, oordelen en doen op nahouden die niet past bij de realiteit? Nog sterker: die de problemen juist veroorzaakt? Blijkbaar geven ze niet de betekenis aan verschijnselen die deze in de realiteit hebben. Het wijst erop dat hun oriëntatie, dat wat ze van betekenis achten en laten meewegen, te smal en eenzijdig is. Uitingen zie je elke dag. Banken, maar ook andere bedrijven, blijven bonussen geven aan managers terwijl hun organisatie failliet is gegaan. Het is weer een ander kenmerk van de crisis: de binnenkant van organisaties en wat daarin wordt afgesproken krijgt meer gewicht dan wat zo’n organisatie in de realiteit voortbrengt en voor de omgeving betekent. Je ziet politici en topmensen die lijn volgen en roepen dat ze er niks aan kunnen doen. Ze zijn wel woedend en vinden dat het anders moet. Kijk je naar hun maatregelen, dan zie je dat ze hun heil zoeken in het maken van nieuwe regels. Terwijl alle signalen erop wijzen dat organisaties weer moeten worden afgerekend op wat ze voor klanten doen, wat ze voor burgers doen, wat ze voor de samenleving doen, wat in de realiteit betekenis heeft en krijgt.

Op elk genoemd terrein waar crisisverschijnselen optreden zie je dat men niet meer in staat was wat er in de realiteit toe doet, mee te laten wegen bij het nemen van beslissingen. Onder het mom van praktisch, snel en geen tijd, verging het zoeken naar zien wat speelt. Mensen werden gekozen die daarbij pasten, zodat anders kijken op voorhand de nek werd omgedraaid. Dit selectieproces zie je al jaren op tv, in de krant en het parlement. Je ziet het in de samenstelling van Raden van Toezicht, Beheer en Bestuur. En alle aandeelhouders werden beleggers. En je ziet hoe bang zittende leiders zijn geworden om mensen met een andere of bredere manier van kijken toe te laten tot besluitvormingsprocessen. Het weren van anders en breder kijken, is de kern van alle huidige crisissen.

Wim van Dinten

Column: De donkere kamer van de rationalist

Harry Borghouts was bij Pauw en Witteman. Hij is Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland. Die provincie heeft meer dan 200 miljoen bij buitenlandse banken gestald, waarvan zo’n 80 bij IJslandse. Dat geld is van gemeenten, zei hij. Zo had Texel 7 miljoen bij de provincie uitstaan om een school te bouwen. Weg. Hij wilde niet praten over de vraag hoe ze zo stom hadden kunnen zijn. Dan brengen wij het maar ter sprake.

Borghouts stond met Boele Staal, destijds commissaris van de Koningin in Utrecht, nu de belangenbehartiger van de banken, voor een rationele inrichting van de politie. In hun opvatting zijn de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie de baas. Een baas draagt de verantwoordelijkheid en moet dan ook opdrachten kunnen uitdelen die direct operationeel uitwerken. Dat bereik je door transparantie, die ontstaat in een rationele aanpak, die neerslaat in regels. Het idee dat de overheid er is om het politie en samenleving mogelijk te maken zelf hun zaken te regelen werd niet ontkend, maar het moet van bovenaf binnen gestelde kaders. Die inrichting en benaderingswijze onderwaardeert wat in sociale samenhang kan ontstaan. Je kunt bovendien slecht zien en inschatten wat op de vloer van de organisatie en aan de voet van de samenleving wordt ervaren en betekenis heeft. Je stuurt in het donker, vanuit je hoofd.

Het hoeft geen verbazing te wekken dat ze in hun eigen provincies naar deze rationele oriëntatie te werk zijn gegaan. Dan krijg je wat je ziet: beide provincies zetten bij buitenlandse banken miljoenen euro’s weg omdat ze daar de hoogste rente kregen. De regels van Binnenlandse Zaken en de Nederlandsche Bank staan het toe. Al het andere is van ondergeschikt belang en daarmee geen punt van overweging. Simpel, direct en transparant. Je vertrouwt op instituten: die zijn rationeel. Je komt er niet aan toe je af te vragen of IJsland wel zulke grote banken kan dragen. (Dat is nog te begrijpen, want die situatie hadden we tot voor kort ook in Nederland, maar ABN Amro en Fortis zijn intussen gestript tot kleinere organisaties die beter passen bij de schaal van Nederland, een geluk bij een ongeluk.) Je stelt ook niet de vraag aan Texel waarom ze hun geld niet bij de Texelse Rabobank parkeerden, want het is logisch dat ze bij jou als provincie komen. Je geeft immers een hogere rente dan ze lokaal krijgen.
De keuze van Texel roept vragen op bij mensen die ook sociale aspecten van belang vinden: de lokale Rabobank is immers een coöperatie. Die geeft geld terug aan de lokale samenleving. Wat ligt er vanuit die houding voor een gemeente dan meer voor de hand het daar onder te brengen? Of voor de provincie in de eigen provincie? Maar als je rationeel te werk gaat kom je zelfs niet op dat idee. Of zou er nog een andere overweging zijn?

Het antwoord is dat de Rabobank ook een rationele bank geworden is die de coöperatie gebruikt als commerciële formule en zich in geld en getallen is gaan afrekenen. Ze heeft in die rationaliteit veel sociale samenhang met haar leden en klanten verloren en is veel van haar waarnemings- en inschattingsvermogen kwijtgeraakt. Desondanks wordt ze nog het meest vertrouwd, juist nu, omdat ze het dichtst bij de realiteit is gebleven. Het laat de kracht zien van de coöperatieve structuur, omdat daarin andere oriëntaties dan de rationele een kans krijgen, doordat de invloed van leden aan de binnenkant moet worden toegelaten. In bedrijfsonderdelen waar die invloed geen kans kreeg, zijn bij de Rabobank de grote verliezen ontstaan.

Het stallen van geld door provincies bij buitenlandse banken laat niet alleen zien dat de leiding rationeel stuurt, maar ook dat de invloed van burgers en hun vertegenwoordigers aan de binnenkant van de provincie is stilgevallen. Dat weten we al een poosje. We noemen het de crisis in de democratie, de kloof tussen burger en overheid. Ineens is duidelijk waarom bestuurders als Borghouts het daar niet over willen hebben. Door die discussie te openen komt die kloof ter sprake en worden ze gedwongen niet-rationele invloed toe te laten.

Ze krijgen trekken van de dominee uit het verhaal The Verger van Somerset Maugham. In Met gevoel voor realiteit is The Verger op pagina 63 verkort in het Nederlands te lezen.

door Wim van Dinten