Tagarchief: olieprijs

Column: Doen waar je in gelooft en waar je achter staat

In Nova zaterdagavond een berichtje over leefomstandigheden van middle class Amerikanen in Ohio, Michigan. Het gebied waar auto’s worden geproduceerd: General Motors, Ford. Een vrouw van middelbare leeftijd vertelde dat zij en haar man vlak voor afgelopen kerst te horen kregen dat ze hun baan kwijtraakten. Ze kregen ieder twee maandsalarissen mee. Ze hadden een baan bij een bedrijf dat luxe caravans maakte, maar er werd geen caravan meer verkocht. Reden: de olieprijs. Iemand vertelde dat het lastig is een baan te vinden, zelfs voor vakantiewerk. Op een baantje bij McDonald’s komen tientallen mensen af. Besparen is de leus. Waarop? vroeg de journalist. Op eten, vakantie en benzine, was het antwoord. De grens kwam al in zicht. De journalist liet niet zien hoe de prijsstijging van benzine heeft toegeslagen. Dat is lastig op tv, maar daar gaat het natuurlijk om. Daarom een indruk.

Een Amerikaan betaalt voor een liter benzine nu ongeveer de helft van de prijs die wij betalen. Erg goedkoop, vinden wij. Maar het is niet ongebruikelijk dat iemand een baan heeft op 100 km afstand van waar hij woont en zijn partner idem. Ze rijden samen 400 km per dag, zeg vijf dagen per week. In auto’s die 1 op 8 verstoken. Zo gebruiken ze 50 liter per dag tegen zo’n 90 dollarcent. Ofwel 45 dollar per dag. Doe daar nog wat kilometers bij voor boodschappen, bezoek aan familie en vrienden en je komt aan zo’n 250 dollar per week, 50 weken per jaar. Dat kost 12.500 dollar aan benzine. De prijs verdubbelde in een jaar, dus ze geven nu 6000 dollar meer uit aan benzine dan een jaar eerder. In een land waar mensen niet of nauwelijks sparen, op krediet leven en voor hun oudedag zorgen via beleggen en de waardestijging van hun huis, is dat bedrag een duw die ze (net) niet meer kunnen opbrengen. Ze zullen willen verhuizen, dichterbij hun werk willen wonen, maar hun huis verkopen is lastig als dat met 10-15% in waarde is gedaald en je erop moet toeleggen. De beurs daalt bovendien. Gevolg: mensen zijn pessimistisch over de toekomst. Bedrijven raken hun producten niet meer kwijt. De malaise breidt zich uit. Er is een negatieve spiraal ontstaan, die een infrastructureel karakter heeft: kijk je vanuit duurzaamheid, dan zie je dat woonwijken verkeerd liggen, net als winkelcentra. De infrastructuur is op olie gebaseerd: vliegen en autorijden. In het zuiden is de werkgelegenheid minder sterk met benzine verbonden, maar de manier van leven des te meer: ga naar Phoenix Arizona, waar ze niet kunnen leven zonder airco’s die 24 uur per dag aanstaan.

De effecten van de hogere olieprijs en bezuinigingen worden zichtbaar. De Amerikanen gebruiken nu iedere dag 800.000 vaten olie minder dan een jaar ervoor. Maar wat Amerikanen besparen, wordt door Aziatische landen als behoefte overgenomen, waarmee het overaanbod van olie voorgoed voorbij is. Nieuwe bronnen worden aangeboord, oude drogen op. Specialisten zeggen dat er nooit meer dan 100 miljoen vaten per dag naar boven kunnen worden gehaald. En dat de overschakeling op elektriciteit veel tijd zal vragen.

Veel Amerikanen raken voorbij de grens van hun mogelijkheden: die kunnen zelfs hun hypotheek niet meer betalen. Het land is op een keerpunt. Het zal infrastructureel anders moeten, fundamenteel anders moeten. We maken het einde van een tijdperk mee.

Het verbazingwekkende is dat je dat niet kunt opmaken uit de journalistieke commentaren. En ook niet uit de verhalen van ministers of bestuurders van grote organisaties. En Planbureaus? Die doen alsof dit een tijdelijke dip is. Maar ze stellen inmiddels wel elke twee of drie maanden hun voorspellingen bij. Het toont het faillissement van instituten die claimen in deze tijd te kunnen voorspellen.

Op bijna elk terrein kun je nu een omslag zien: in de sport, politiek, het onderwijs, om er maar een paar te noemen. In eerste instantie blijven mensen zo lang mogelijk doen zoals ze deden. Maar steeds meer mensen ervaren hoe ze zijn vastgezet door gewoonten, verplichtingen, verantwoordelijkheden, en dat die niet helpen om andere wegen in te slaan. Ze voelen angst voor verandering, angst om niet meer hun status en levensstijl te kunnen onderhouden. En de notie sijpelt binnen dat hun kinderen het wel eens slechter zullen kunnen hebben dan zijzelf. Iedereen ervaart dat we een kanteling hebben bereikt. Je kunt daar het best mee omgaan door te handelen naar waar je in gelooft en te doen waar je achter staat. Dat je tegen de gewoonten van jezelf en van de groepen waarin je leeft en werkt, in durft gaan. Dat je je angst overwint om het anders te gaan doen. Wij bij stichting Sezen willen graag mensen ontmoeten die hun overtuiging volgen, hun authenticiteit koesteren, die door de stroom van gewoonten en angst heen zwemmen, om hen te helpen de overkant te bereiken.

Wim van Dinten