Tagarchief: politie

Hoe je lid van een bende wordt.

Ik hoorde vrijdagmorgen 8 januari bij toeval de burgemeester van Zaltbommel op de radio. Bij hem in de gemeente zijn bendes van vooral Marokkaanse jongeren. Ze zijn van God los. Ze moeten als criminelen worden behandeld. Er is meer politie nodig. Maar daar heerst armoede, er is te weinig politie en al helemaal op straat. Zij – Gelderland Zuid – moeten meer budget krijgen van de minister. Daarna kwam de vraag of er niet anderen zouden moeten worden ingezet om het probleem aan te pakken. Dat doen ze ook wel. Lees verder

Column: It’s good if it’s good enough for me.

In Amsterdam heeft de politie een peilzender verstopt onder het voorspatbord van een scooter. Ze deed dat toen de scooter in beslag genomen was. De jonge eigenaar werd gewaarschuwd door een vriend die er een had ontdekt onder zijn eigen voorspatbord. En zowaar, bij hem ook. Hij haalde het eraf en werd nog diezelfde middag aangehouden. Hij reed weg, werd door de politie achtervolgd en op zijn scooter geramd. Die werd beschadigd en hij afgestopt. De jongen ging met zijn verhaal naar de plaatselijke tv. En hij nam een advocaat in de arm. Hij kreeg van de politie een aanmaning om de zender in te leveren, maar dat weigert hij. Hij vindt dat zijn privacy is geschonden en er sprake is van mishandeling. Foei en bah en ach- en wee-geroep van de advocaat in de media. Wat moet je hier nou toch van vinden?

Ik heb me afgevraagd hoe de politie moet zijn georganiseerd als ze dit soort technieken gebruikt. Kennelijk is de jongeman verdacht en vindt ze dat voldoende reden hem te volgen. Als er dan ergens een tasjesroof wordt gemeld door een duo op een scooter, ga je na waar de scooters waren die je peilt. Is de gepeilde scooter op die plaats, dan heb je de daders. Dat moet je dan nog wel bewijzen. Dus je vraagt de beroofde mevrouw of ze de berijders herkent en klaar is kees. Je gebruikt beschikbare technologie om daders te pakken en vindt dan dat het is geoorloofd. Zo is ook het gsm-signaal te gebruiken in plaats van een peilzender. Maar die kun je afzetten. De peilzender ook, maar dat doe je niet zolang je niets vermoedt.

Opsporen van vergrijpen en delicten en het vinden en aanhouden van boeven is een basistaak van de politie. De vraag is: wanneer mag de politie daarbij gebruik maken van de modernste technologie? Die maakt mensen identificeerbaar als er maar een haartje of huidschilfertje achterblijft en iemand volgbaar als moderne communicatiemiddelen worden gebruikt. Dat is nogal ingrijpend. De vraag leidt tot een volgende: in wat voor soort Staat is dit geoorloofd? Het is geoorloofd in een Staat die voor alles verantwoordelijk is en waarin mensen worden beschouwd als productiemiddelen die iets voortbrengen ter meerdere eer en glorie van de Staat. Die Staat is niet van de mensen, maar de mensen zijn van de Staat. Zulke Staten heten modern als ze zich vergelijken met andere om te zien of ze haar bronnen het meest efficiënt gebruikt en het meest voortbrengt, uitgedrukt in geld en getallen, want anders kun je niet vergelijken. Zo’n Staat kan alleen werken als er mensen zijn die zich meer identificeren met de Staat dan met de samenleving waarin zij leven en die Staat willen representeren en leiden. Dat is bijzonder en alleen voorstelbaar als mensen los zijn van elkaar, uitgaan van zichzelf en de maatstaf hanteren die Barack Obama omschreef als: It’s good, if it’s good enough for me. Het is gebleken dat er in de westerse samenleving heel veel mensen zijn die zo in de wereld staan.

Het bijzondere aan de case in Amsterdam is dat de jongeman – gegeven zijn historie – ervan wordt verdacht anderen te beroven, maar zelf opeist dat hij wordt gerespecteerd. Beroven en tegelijkertijd klagen over het plaatsen van een peilzender kun je doen als je tot in het extreme uitgaat van eigen belang. Dan gebruik je elke mogelijkheid om je ruimte te vergroten, zoek je de grenzen op van de wet, spreek je de overheid aan op gedrag dat je zelf met voeten treedt. Je maakt gebruik van de journalistieke en juridische opvatting over de Staat die sociaal is, mensen respecteert, hun vrijheid eerbiedigt. Als deze jongeman een strafblad heeft, heeft hij weinig reden tot klagen. Hij vond een Staat tegenover zich die bij hem past. Pas als de politie alle burgers gaat behandelen alsof ze verdacht zijn, heeft de samenleving een groot probleem. De kernvraag is: was het verdenken van deze jongen realistisch? Ik ben niet gerust op het antwoord.

Door Wim van Dinten.

Column: Een blauwtje lopen – 2

De staking van de agenten duurt voort. Op grote schaal wordt nu het werk neergelegd. Agenten hebben niet eens meer zin om de straat op te gaan, ze blijven wel koffie drinken op het bureau. Ze zijn het zat. Voor leerkrachten is inmiddels 1,5 miljard vrijgemaakt. Het geld is er blijkbaar. Koffie blijven drinken dus.
Als je hoort dat een brigadier 1850,- netto per maand heeft, tegen 4400,- gulden in 2000, dan begin je te begrijpen dat het geen vetpot is. In de Volkskrant een relaas van een brigadier die naast zijn volledige werkweek via zijn eigen glazenwasbedrijfje bijverdient. Ruiten poetsen levert netto 7,50 euro meer op dan een uur voor de veiligheid van de buurt zorgen. De man overweegt serieus te stoppen, terwijl hij al l8 jaar diender is. En hoevelen met hem?

Vroeger werd het salaris van de politie-agent vergeleken met dat van de onderwijzer, de gemeentesecretaris. Ze deelden met elkaar dezelfde context, kenden elkaar in een sociaal verband, hadden een positie in de lokale omgeving. Het salaris werd door zijn directe omgeving bepaald. Zijn buurt- of stadsgenoten kunnen zeggen wat zo’n politieman hen waard is, omdat ze weten en ervaren wat die voor hen betekent. Nu wordt zijn salaris berekend vanuit een bedacht systeem, waarin staat omschreven welke taken hij moet uitvoeren, en welke prijs aan dat uitvoeringsniveau hangt. De politieman is een kostenpost geworden, de wijksurveillance een product. Dat ziet er misschien efficiënt uit, effectief is het niet. De veiligheid er niet door toegenomen. Maar de ‘functionarissen’ zijn wel minder gemotiveerd geraakt en hun aanzien en invloed is afgenomen.

Ik maak me sterk dat ze dat salaris nog niet eens het allerergst vinden. Je ziet regelmatig agenten op straat lopen die meer met elkaar bezig zijn dan met hun omgeving. Ze worden soms nageroepen, vaak genegeerd of niet serieus genomen. Er zijn meer beveiligingsmensen in private dienst dan politie-agenten. Hoe wil je agenten weer in een positie krijgen dat burgers accepteren dat ze hun de les mogen lezen? Of dat de politie dingen mag die zij niet mogen, maar die op de een of andere manier bijdragen aan het grote goed (op invalideparkeerplaatsen parkeren, met de surveillancewagen door straten rijden waar auto’s verboden zijn)?

Verbondenheid tussen agenten en hun burgers is de afgelopen jaren door de steeds meer centraal geleide politie-organisatie met zijn systemen uitgehold. Wie weet hoe zijn wijkagent eruit ziet? Laat staan hoe hij heet? – Oh, hebben wij dan een eigen wijkagent?
Agenten komen netto slechts 2 uur per 8-urige werkdag op straat en zijn verder bezig met administratie en andere dingen aan de binnenkant. Ze zijn steeds meer taakuitvoerders geworden, in tegenstelling tot de toestandbewakers met de zorg voor de mensen om hen heen die ze vroeger waren. Meer salaris zou het aanzien versterken, hoor je uit vakbondskringen. Vergeet het maar. Het helpt alleen voor je bestedingsruimte, maar aanzien krijg je alleen van je omgeving.

Geef de agent weer terug aan zijn omgeving en zie dan wat er mogelijk is. Uit de stakingen blijkt hoe goed ze weten waar ze burgers mee kunnen helpen en wat veilig en onveilig is. Laat ze weer de baas en hulp zijn in hun eigen gebied: directer ingrijpen, eigen veiligheidsacties die voortkomen uit het gebied en niet vanuit een prestatie-indicator uit Den Haag. Lokale samenwerking met bewoners, ondernemers, politici zullen sneller tot meer veiligheid, afname van criminaliteit en niet te vergeten: kostenbesparingen leiden. Hoe meer contextgedreven een agent is, des te waardevoller hij is voor zijn omgeving. Zo’n agent is bekend en wordt gekend. Hij zal directer aangesproken én afgerekend worden. Dat kan ook gemakkelijk. Er is werk te over. Laat de omgeving dan ook zijn salaris bepalen: het zal vast stijgen.

Door Imelda Schouten