Het was een klein berichtje in de Volkskrant op pag. 5 van 8 augustus:
Baanverlies door komkommernorm.
“De Duitse minister van landbouw Horst Seedorfer, heeft een ambtenaar van zijn departement overgeplaatst die hem heeft belet te scoren bij de EU in Brussel, aldus de krant Münchner Merkur donderdag. Seedorfer zet zich in voor minder bureaucratie en steunt daarom de afschaffing van een Europees voorschrift uit 1988 over de maximale kromming van komkommers. De ambtenaar heeft zich echter in strijd met dit beleid ingezet voor behoud van de regel. Die zou berusten op een brede consensus tussen bedrijfsleven en consument, omdat de norm verpakken en vervoeren van de komkommers vergemakkelijkt. Volgens de huidige regels is de maximale toegestane kromming 10 mm per 10 strekkende centimeter komkommer. Het voorschrift figureert vaak als voorbeeld van op hol geslagen regelwoede van de EU-bureaucratie. De Europese Commissie wil de norm dan ook afschaffen. Bij de laatste vergadering met de lidstaten hierover in juli was er echter nog geen meerderheid voor het plan.”
Het berichtje staat er als anekdote. Zoals zo vaak kiest de koppenmaker voor wat aandacht trekt. De ernst van de kwestie zit niet in de kop. De essentie is dat de regelaars in Brussel niet snel hun regels laten vallen en dat de belangen die ermee gemoeid zijn dat ook begrijpelijk maken. En dat de nationale regelaars zich loyaler tonen aan de regels dan aan hun minister. Het laat nog eens zien dat mensen die zeggen dat ze regels wel even aan banden zullen leggen een enigszins romantische kijk op de realiteit hebben. Hoe heftig reacties zijn als je aan de bureaucratie komt, was al veel eerder duidelijk. Fortuyn is vermoord door iemand die uit het milieucircuit kwam, zeggen overheden en journalisten. Maar de man was op de eerste plaats een rationalist die dacht dat de wereld zou instorten, zijn wereld, als er iemand aan de macht zou komen die de bureaucratie op haar plaats zou zetten, weer ruimte zou geven aan wat zich in de realiteit afspeelt.
Want dat is de essentie: bureaucratieën scheppen werkelijkheden. Die berusten op een visie op de wereld die uitslaat in modellen en die via regels en wetten worden opgelegd en afgedwongen. Die modellen beloven een betere wereld, maar zetten tegelijkertijd allerlei ontwikkelingen vast of maken die onmogelijk, zodat na verloop van tijd de variëteit die verbonden is met leven afneemt. In het geval van de komkommers: je krijgt in winkels geen komkommers aangeboden die geselecteerd zijn op smaak of een keuze uit een verzameling verschillende komkommers, maar alleen welke gemakkelijk vervoerd kunnen worden en lager geprijsd zijn. Die beweging is een bekende in allerlei sectoren. Na verloop van tijd is het denken in wat functioneel is zo dominant, dat bureaucraten het zich niet meer anders kunnen voorstellen en in hun wereld van modellen gaan denken en leven. Organisaties en hele sectoren worden dan na verloop van tijd virtual realities die op steeds grotere afstand komen te staan van de realiteit. Burgers en klanten die organisaties en instituten als vanzelfsprekend volgen, zien niet dat het virtual realities zijn geworden en blijven vertrouwen stellen in politici en gezagsdragers die zich niets anders kunnen voorstellen. Totdat de realiteit laat weten dat die wereld van instituten en organisaties te ver is afgeraakt van wat de realiteit kan dragen.
Dat punt is inmiddels op vrijwel elk terrein van leven bereikt. Het klimaat laat weten dat we zo niet langer met de aarde om kunnen gaan. De internationale crisis tussen beschavingen is een uiting dat we in de westerse wereld ons niet moeten inbeelden de wijsheid in pacht te hebben en onze oriëntatie en wat daarmee verbonden is kunnen opleggen aan andere volkeren, laat staan te denken dat die beter is. (De problematiek met China en de uitspraken van Bush aan de vooravond van de Olympische Spelen zijn vanuit een westers standpunt moedig en ook arrogant, zeker als je Guantanamo Bay en de inval in Irak meeneemt waarvoor hij de verantwoordelijkheid draagt. Je kunt makkelijk meeleven met Chinezen die zich hierdoor gekwetst voelen.)
De kredietcrisis laat zien dat banken zijn verdwaald in hun modellen en de verbinding met de realiteit zijn kwijtgeraakt. Al meer dan twintig jaar geleden is de bankwereld overgegaan op modellen en modelmatige benaderingen van de realiteit. Centrale Banken beschermden die beweging en stimuleerden die, hadden er geen kijk op. Lees Greenspans boek The age of turbulence en je krijgt de kijk van binnenuit. De toegevoegde waarde van banken vervaagde steeds meer. Ze werden prooi van speculatie, hebzucht en grote getallen. Al meer dan tien jaar was duidelijk dat dit moest vastlopen. Op dit moment is elke bank in gevaar. De bankwereld is een verzameling virtual realities geworden.
De remedie is: terug naar de realiteit. In de krant lees je nu het ene na het andere voorbeeld waarin stappen in die richting worden gezet, al wordt het niet zo benoemd of gezien: nieuwe voorstellen zijn gebaseerd op voorkomen van wat op onderdelen fout ging, in het belang van partijen die de fouten maakten. Maar je kunt fouten niet herstellen vanuit de oriëntatie waarin ze juist zijn ontstaan. Je vraagt je dan ook regelmatig af: zijn zij gek of ben ik het?
Op 9 september lanceer ik met Imelda Schouten een nieuw boek met deze titel. We geven wegen aan die ons terugbrengen in de realiteit. Die blijken ook nog te passen bij de nieuwe infrastructuur en op allerlei manieren – ook economisch – gunstig uit te slaan. Terug naar de realiteit is geen straf maar een zegen.
Door Wim van Dinten