Tagarchief: terreur

Column: Terreur van de techniek

De start van mijn vakantie verliep dit jaar wat moeizaam. Ik had een nieuw paspoort nodig, het oude was verlopen. De mevrouw aan de balie van het plattelandsgemeentehuis kende ik goed; mijn kinderen speelden wel eens met die van haar. We babbelden wat met elkaar en intussen checkte ze mijn gegevens. Ze haalde mijn paspoort uit de kluis. Ik had het glanzend rode, zo gewenste kleinood bijna in handen! Opeens zweeg ze, staarde naar haar computerscherm en trok wit weg. In plaats van het gezellige je-en-jou-gekeuvel-over-kinderen zei ze: “Ik vind het vervelend, mevrouw, maar u bestaat niet.” Verbijsterd keek ik haar aan. “Ik ben er toch, hier? Je kent mij toch?”, stamelde ik. Ik was werkelijk geschrokken, want als je niet bestaat in de computer, krijg je geen paspoort en dat had ik nodig voor mijn vakantie! Gelukkig was er een behulpzame collega – handiger met de moderne computertechnieken – die mij in een andere hoek van het programma wel vond. Gelukkig, in het bezit van een fonkelnieuw paspoort verliet ik het gemeentehuis.

Onderweg kocht ik bij de bakker een zakje verschillende koekjes voor onderweg, in het vliegtuig. Een ons of drie, lekkere verse krokante roomboterkoekjes. Het jonge, prachtige meisje achter de balie (ik kende haar niet, waarschijnlijk een vakantiehulp) sloeg de koekjes aan op haar geavanceerde, van tiptoetsen voorziene kassa. “Dat is dan 24,95€, mevrouw” zei ze monter. En ze lachte vriendelijk naar me. Ik schoot in de lach en maakte geen aanstalten te betalen. “24,95€ voor 300 gram koekjes, dat kan toch niet” zei ik behulpzaam. Toen draaide ze met een triomfantelijke blik het display van de geavanceerde kassa naar me toe: 24,95€ stond erop. Ik had verloren, dat was duidelijk.

Een paar dagen later togen we op vakantie. We zaten in een prachtig huis, in een klein dorp in de Spaanse heuvels. Een paar vrienden van de dochters van mijn partner kwamen ons bezoeken. Eén van de jongens had een nieuwe auto gekocht en popelde hem uit te proberen. Vanuit Nederland helemaal met zijn nieuwe auto op visite in ons Spaans vakantiehuis. Of hij het goed kon vinden, vroegen we. Ja, met zijn nieuwe TomTom was dat geen enkel probleem geweest. Op de eerste gezamenlijke tripjes merkten wij al snel dat de jongen ook in Spanje helemaal vertrouwde op zijn TomTom, die we al snel hadden omgedoopt tot JuanJuan. We typten de bestemming in en hoefden onderweg geen kaart meer te bekijken, want JuanJuan leidde ons tot in de kleinste dorpjes naar rommelmarkten en kapelletjes. Tot het onzalige moment waarop er een splitsing kwam. Gewoon op de snelweg. Gewoon een bord voor een splitsing over 1200 meter. Gewoon de keuze tussen Valentia en Allicante, naar het noorden of naar het zuiden. JuanJuan gaf geen kik. De jongen achter het stuur had werkelijk geen idéé welke kant hij op moest. Het zweet stond op zijn voorhoofd. “Toe, JuanJuan, zeg me wat ik moet doen”, zag je hem vertwijfeld denken. Voor het eerst tijdens mijn zo héérlijke, rustgevende vakantie werd ik onrustig. Want als we met zijn allen de techniek meer gaan vertrouwen dan onze eigen hersenen, dan raken we de weg kwijt.
Een paar dagen later zat ik op de bank het NRC te lezen. Terwijl de tv eindeloos de ontmaskering van tourrenner Rasmussen herhaalde bekeek ik lachend de cartoon van Fokke en Sukke: “Fokke & Sukke vertrouwen hun TomTom niet meer. Je tikt in: “Mexico” en voor je het weet zit je in de Dolomieten”!!

Door Veronica Gieben