Tagarchief: van alles wat

Van alles wat

Omdat ik destijds het besluit heb genomen om in een ontwikkelingsland te gaan wonen lijd ik aan de onvermijdelijke cognitieve dissonantie. Deze moeilijke term houdt zoveel in als “buyers remorse” hetgeen het gedrag beschrijft van iemand die een aankoop heeft gedaan (of een besluit heeft genomen) waarover men onzeker blijft en zich telkens afvraagt of het eigenlijk wel de juiste aankoop of het juiste besluit was. Mensen die veel verstand hebben van marketing, kunnen door een juiste “after sales service”, de koper helpen in het houden van – of komen tot – het inzicht dat het een juiste aankoop c.q. een goed besluit was.

Wonende in een ontwikkelingsland zijn er geen marketiers die mij laten inzien dat mijn besluit het juiste was om hier te komen en te blijven. Ik ben er zelf heel druk mee geweest: iedere keer als iemand mij vraagt waarom – en waarom dáár – heb ik meer dan 1000 argumenten klaar om de ander (en mijzelf) te overtuigen van mijn goede besluit. Daarnaast blijf ik ook na al die jaren dagelijks op de hoogte van de ontwikkelingen in Nederland, en lees verschillende kranten. Die kranten én de hedendaagse mogelijkheid om on-line die vrij ongecensureerde reacties te kunnen lezen, sterken mij alsmaar weer in het juiste besluit om weg te gaan én te blijven.

Één van de allerbelangrijkste motieven was de ongekende vrijheid van een ontwikkelingsland. De simpele observatie dat heel veel niet is geregeld en dat het meeste van al dat andere slecht geregeld is, geeft een wereld van vrijheid: je kunt immers doen en laten wat je wilt, door je enkel en alleen te houden aan de weinige regeltjes die men wel serieus neemt en die er dus echt toe doen.

Toch ontkom je er niet aan dat je heen en weer geslingerd wordt tussen ontwikkeling (of het gebrek daaraan) en de vrijheid.

Ontwikkeling en onder-ontwikkeling zijn erg moeilijk mee definieerbare begrippen. De minister van ontwikkelingssamenwerking in Nederland worstelt dagelijks met deze begrippen. Het meest recente inzicht is dat ontwikkeling alleen tot stand kan komen in een omgeving waar het bestuur van het land kan worden bestempeld als good governance: in termen van economisch bestuur, in termen van democratisch bestuur én natuurlijk – het mag niet ontbreken – het environmental bestuur. In het onderontwikkelde land waar ik woon is heel veel niet ontwikkeld en andere dingen die in Nederland uiterst onderontwikkeld zijn, nu weer juist erg ontwikkeld.

In economische termen woon ik in een onder-ontwikkeld land. De inflatie vorig jaar in pesos bedroeg 8% terwijl mijn werkelijke kosten door de waardestijging van de lokale munt maar liefst 37% toe nam. Mijn vrijheid is daarmee behoorlijk ingeperkt, de inkomsten in USD daalden en de kosten in pesos namen toe. Elk bedrijf dat in USD dollar verkoopt en de kosten in pesos heeft, is er tenminste 40% op achteruit geraakt. De algemene kosten van levensonderhoud zijn inmiddels ruim 25% duurder dan in Nederland, dus ook hier is de vrijheid ingeperkt. De werknemers hadden via de collectieve arbeidsovereenkomst (zéér ontwikkeld) recht op een loonsverhoding van 8%. Dit percentage is het product van een eenvoudige rekensom (inflatie) waarbij stijging of daling van de arbeidsproductiviteit (nog) niet wordt betrokken (onderontwikkeld).

Het democratisch bestuur krijgt gestalte door mensen die door hun noodzaak gedreven zelden de waarheid verkopen (anders werden ze nooit gekozen en dus zeer ontwikkeld), die zeer korte termijndoelen nastreven, waaronder persoonlijk gewin (zeer ontwikkeld), en dat nog steeds voor een zeer belangrijk deel is gebaseerd op wie je kent en veel minder op wie je bent en wat je weet. Buitenlanders die een zeer kleine minderheid vertegenwoordigen en geen enkel stemrecht hebben, blijven derhalve buitenstaanders met zeer beperkte vrijheden om hun mening te kunnen geven, althans dit wordt in slechts zeer beperkte mate geapprecieerd (ontwikkeld).

Het enrivonmental bestuur is een voorbeeld voor anderen. Door de onderontwikkeling is de industrialisatie aan het land voorbij gegaan en zijn er nauwelijks fabrieken. Ook in de landbouw en de veeteelt geniet het land van een voorsprong dankzij de onderontwikkeling: veel technologieën zijn nooit toegepast, eenvoudigweg omdat het niet rendabel was om iets nieuws te proberen. En zo staat het land vandaag zeer hoog aangeschreven in de ranglijst van de minst vervuilde landen ter wereld. Het lijkt ontwikkeld, maar kwam voort uit onderontwikkeling.

Het grootste dilemma waar ik nu mee tob is wat evenwicht is en of dat wel bestaat. Ik ben gekomen op bewegen om voortdurend evenwicht te vinden. Het is van alles wat. Daar voel ik me heel goed bij.

door Gert Jan Mulder