Tagarchief: waarnemen

Column: Tussen sinterklaas en het nieuwe jaar

Elke morgen kijk ik BBC breakfast. Het biedt een bij deze dagen prachtig passende mix van de nieuwste kleerscheuren in de financiële wereld en de gevolgen voor de gewone man: medewerkers van Woolworths die vlak voor kerst hun baan verliezen, ouders met baby’s die op 26 december hun huis moeten verlaten, tips over hoe je met 10 pond een kerstdiner op tafel kunt toveren en het advies om dit jaar beter niet dronken te worden op de bedrijfsborrel. Wie weet vlieg jij er als volgende uit.
Tegelijkertijd stromen warenhuizen vol: “Het is maar één keer kerst. Er zijn al genoeg vervelende dingen. En je ziet iedereen toch shoppen?” De ingevlogen psycholoog sprak over ‘ontkenning’.

Kinderen leren al vroeg: je huisdier gaat ooit dood en sinterklaas en de kerstman bestaan niet. Hard, maar het hoort bij het leven. Maar niet bij investeringsmodellen, zo lijkt het. Veel volwassenen die daarin rondlopen geloven nog steeds oprecht in sinterklaas of hopen zonder spoor van twijfel dat bomen tot in de hemel groeien: dipjes zijn tijdelijk, groei is vanzelfsprekendheid en faillissementen zijn persoonlijke fouten of verzekerbare verschijnselen.

De nieuwste episode in de ‘creditcrunch’ was natuurlijk Madoff met zijn piramidespel. Hij beloofde aan partij A rendementen van 11 %, die hij financierde met inleg van partij B aan wie hij 11% beloofde die hij financierde met inleg van partij C. Zoals iedere Tros Radar-kijker weet, kunnen piramidespellen veel opleveren, maar het gaat altijd mis: als de piramidebouwer er ‘zolang het nog kan’ met het geld vandoor gaat, of zoals bij Madoff: als de stroom nieuwe inleggers opdroogt. Madoff had blijkbaar veel gelovers of hopers: 50 miljard dollar is op dit moment ‘weg’. Dit leidt weer tot een lawine van faillieten waarvan je niet weet waar, met welke snelheid en met welke omvang en schade die zich zal voortplanten. Pas nu de lawine loskomt, wordt er geklaagd over toezichthouders die niet goed gekeken hebben, over valse voorwendselen en fraude.
Klaagden de beleggers ook toen het rendement binnenkwam?

Even terug naar sinterklaas. Zolang kinderen geloven, geloven ze. Verleiding en pracht slepen de kleintjes mee. Zelfs ouders die zich voor hun neus omkleden of dronken sinterklazen doen er niets aan af. En een goede ouder vertelt sprookjes voor het slapen gaan en helpt kinderen spoken te bezweren, alsof die ook bestaan.
Maar als je in het land van de volwassen wordt toegelaten, ga je opeens pa’s horloge aan de pols van sint herkennen, tante Thea als de drukke huppelpiet en de ingespannen achteloosheid waarmee je moeder de geloofsstatus bij je broertje peilt. Ontnuchterend wellicht. Al is dit deel van volwassen worden: je ouders werken hard voor jouw cadeautjes en goudvis Sammy blijkt inmiddels Sammy 3 te zijn, z’n voorgangers verdwenen in de kliko.

Als je het eenmaal ziet, zie je het. Inleggers bij Madoff zijn volwassenen die in sprookjes zijn blijven geloven die door banken en beleggers werden verteld. Wie twijfels uitte zag spoken. Je kunt zeggen: inleggers zijn nooit volwassen geworden. Ze vinden dat toezichthouders de sprookjesvertellers beter hadden moeten controleren. En overheden moeten hen nu (financieel) bijstaan, de rechter is hun reddingsboei.
De weg naar volwassenheid kan pijnlijk zijn, ontmaskert. Deze fraude is een les in realiteitszin en waarnemingsvermogen: voor economen, toezichthouders en overheden, maar vooral voor inleggers. Als je het eenmaal ziet, zie je het.

Het spel van Madoff appelleert aan je waarnemingsvermogen en realiteitszin. Dat is prima voor iedereen, al is het wrang voor wie zijn pensioenvoorziening erdoor is kwijtgeraakt. Waarnemen levert dingen op, die je direct beleeft in het moment zelf. Bijvoorbeeld dat je aan het begin doorziet dat Madoffs piramide niet zal kunnen houden. En dat inleg daardoor het meest wegheeft van gokken. Of dat minder geld in deze tijd niet automatisch betekent dat het slechter met je gaat. En je waarnemingsvermogen zorgt ervoor dat je nog meer geniet van kinderen uit volle borst zingend voor de open haard, omdat je weet dat het romantiek is die vergaat.

Ik wens iedereen de komende dagen sprookjes toe, omgord door een liefdevolle volwassen realiteitszin voor het nieuwe jaar!

Door Imelda Schouten

Column: Waar gaat het over?!

Als weten is wat volgens geaccepteerde axioma’s binnen gereguleerde omstandigheden gereproduceerd kan worden, als opinie is wat jij vindt omdat het past bij wat jij wilt en waar jij voor staat, als geloof is wat je accepteert zonder dat je het begrijpt of ooit hebt ervaren en als vertrouwen is wat je op basis van herkenning van patronen verwacht, wat is dan waarheid?

Is waarheid 1 plus 1? Is het wat de macht in pacht heeft? Is waarheid openbaring of verlichting? Is het wat werkt? Is het een koe? Is het wat past? Is het wat overblijft als alles wat niet waar is is uitgesloten? De waarheid was spreekwoordelijk altijd sneller dan de leugen, maar als de leugen zich ongegeneerd volpompt met anabolen, dan kan je wel zeggen ‘dat is niet eerlijk’, maar daar zou tegenwoordig wel eens hartelijk om gelachen kunnen worden. Niet door Michael Moore overigens, die gebruikt zelf ook.

Als ik de krant lees of televisie kijk, houdt ‘de waarheid’ me steeds minder bezig. Maar als ik zie dat na de onbegrijpelijke herverkiezing van Bush ook Berlusconi weer herkozen is maak ik me toch een beetje zorgen. Zijn er dan zoveel mensen die denken dat deze man ‘waarachtig’ is? Terwijl je aan de buitenkant al kan zien dat niets (huid, haar, nagels, tanden, zelfs aan de ogen twijfel ik) echt is aan deze man. Als je kijkt naar de positie die Berlusconi maatschappelijk en economisch heeft is het voorstelbaar dat hij, eufemistisch uitgedrukt, enige invloed kan uitoefenen op de perceptie van de realiteit door zijn landgenoten. Het bedrijf Mediaset van deze voormalige entertainer op cruiseschepen heeft, volgens het moderne waarheidsmedium wikipedia, controle over de gehele productie van televisie in Italië. Het is dat Joop en John voor zover ik weet geen ambitie in die richting hebben, maar als Nederlanders een beetje op Italianen lijken is voor hen het behalen van het premierschap een formaliteit.

Een ander voorbeeld: de Irak oorlog. Zullen we de ware toedracht -met alle respect voor het stoïcijnse gegraaf van Seymour Hersh- ooit nog achterhalen? En wie gelooft dat dan? Wie herinnert zich niet het omtrekken van het standbeeld van Hussein als icoon voor de ‘bevrijding’ van Irak? Dat de Amerikanen hierbij gebruikmaakten van een Army psychological operations team die tijdens deze actie diverse interventies pleegde, geeft wel aan hoe zeer ‘waarheid’ verweven is geraakt met perceptie.

Twee dagen geleden verscheen de bundel ‘Het maakbare nieuws’, een antwoord op ‘Het zijn net mensen’ van Joris Luyendijk. Volgens de NRC (7 Mei 2008) verweren buitenlandcorrespondenten zich in het boek tegen kritiek op hun vak. Wie de bijdrage van Bram Vermeulen leest vraagt zich af wat het verweer is. Hij vertelt gewoon hoe hij wél goed bezig is. En wie associeert met Kapuscinski zit natuurlijk al gauw goed. Dezelfde dag wordt ook de ‘repliek’ van Luyendijk gepubliceerd. Waarom NRC het in een polemiek blijft plaatsen is me een raadsel, maar dat terzijde.

Luyendijk schetst de dilemma’s waarmee journalisten worstelen. Kort samengevat: je maakt keuzes, je bent vooringenomen, wat je laat zien in de ene cultuur heeft een andere betekenis in een andere cultuur, berichtgeving wordt gemanipuleerd door de belangen van partijen die er onderwerp van zijn, belichting en invalshoek van het onderwerp zijn keuzes, berichtgeving wordt aangepast aan het mediale- en marketing format van de uitgever. En dan moet het nog bij de lezer of kijker binnenkomen.

Zo is waarheid als perceptie van de realiteit wel heel erg wazig geworden. Wie dit tot zich door laat dringen beseft dat het gaat om zuiver waarnemen. Om de gehele toestand, niet alleen het incident. Dat vooringenomenheden, belangen van partijen en individuen, hun invloed verliezen als de variatie van waarnemers en bronnen toeneemt. En dat iedereen die pretendeert de waarheid in pacht te hebben uiterst verdacht is. Journalistiek zou er wel eens heel anders uit kunnen gaan zien.

Door Rick Dekker

Column: Wie een kikker in koud water zet en dat geleidelijk verhit, houdt een gekookte kikker over…

Ton, mededocent in de leergang van Sezen, liet me een filmpje zien om het waarnemen (of juist niet waarnemen) van geleidelijke verandering te illustreren. Het is een fragment van een boerderij waarin niets lijkt te veranderen. We hebben de beelden wel vijf keer bekeken, maar desondanks kon ik niet onderscheiden wat er in het filmpje veranderde. Alles bleef in mijn ogen hetzelfde.
Ik gaf op en Ton liet een tweede fragment zien waarin het eerste en het laatste beeld van het filmpje snel achter elkaar werden afgewisseld. Iets op de achtergrond was wezenlijk veranderd. Ik kon niet geloven dat ik zoiets over het hoofd zag. Toen terug naar het hele filmpje. Nu zag ik het! Alsof je met andere ogen kijkt.

Geleidelijke verandering is lastig om te zien. Een deelnemer uit onze leergang wilde graag dat zijn rationaliteit minder dominant werd in zijn doen en laten. Op een ochtend zei hij dat hij nog niet goed zag hoe hij in de loop van de cursus veranderd was. Ik zei hem dat hij enorme stappen had gemaakt om zijn rationaliteit een andere plaats te geven.

Een paar dagen eerder maakte hij kennis met Barbara. Zij laat mensen met haar paarden werken om hen te laten ervaren wat authenticiteit is.
De paarden zijn imposant, groot en sterk. Sommige mensen worden er bang van: “Als je erachter gaat staan dan word je zeker getrapt! Nee, laat mij maar toekijken. Ik durf niet.” Ook deze cursist had aanvankelijk moeite zich over te geven aan het hele gebeuren. Hij deed wel mee, maar bleef op afstand.

Barbara liet hem deze dag een andere wereld zien. Ze nodigde hem op een natuurlijke manier uit dichterbij te komen. Ze verleidde hem, zonder te forceren. Hij werd gedurende de ochtend opgenomen in de rust van de omgeving, van de paarden. Er hoefde niets. Hij mocht gewoon ‘zijn’.
Langzaam veranderde zijn houding. Hij werd zachter. Zijn schouders zakten. Hij lachte uit zichzelf, kon zich vrijer bewegen. Hij deed niet iets omdat het moest, maar omdat het paste. Waar een aanraking eerst doelgericht was, werd deze steeds aandachtiger, in het moment. Ook het paard werd er rustiger van. Zijn medecursisten zullen zich het beeld van hem rustend tegen het paard herinneren, zijn armen uitgestrekt, zijn hoofd op de rug, zijn ogen gesloten, als een kind na een dagje strand.

Twee dagen later, op de ochtend dat ik hem sprak, zag hij z’n eigen verandering al bijna niet meer. Het bleek moeilijk om dat moment vast te houden. Hij zat weer in z’n hoofd: wilde begrijpen wat er was gebeurd om er iets mee te ‘kunnen’ en zag niet dat die manier van kijken hem juist vastzette, hem belemmerde te groeien. Iemand anders, ongehinderd door alles wat er voor hem toe deed, moest hem helpen te zien wat hij deed en wat hij niet zag.
Soms heb je een ander nodig om verder te kunnen. Zullen we elkaar daarin blijven helpen?

Door Georg Hubner

Zie ook: Buitengewoon Barbara

Column: C’est le Toon qui fait la musique

Op oudejaarsavond sloeg de regen tegen de ramen en gierde de wind om het huis. We zaten heerlijk binnen met elkaar te kletsen, te borrelen en te genieten van ‘Seasick Steve’ en zijn ‘three-string guitar’, die bij Jools Holland (BBC) op visite was. Op een gegeven moment ging het over werk en werd ik getroffen door een verhaal van mijn vriendin. Ze vertelde dat ze vaak van collega’s te horen kreeg dat ze ‘te’ klantvriendelijk was. Ze luisterde té lang naar de andere kant van de lijn, deed té veel moeite de context van de ander te begrijpen en té hard haar best de ander te helpen. Ze begreep dat niet zo goed, hoe kan je nou té klantvriendelijk zijn? Ik vroeg me af waar dat té voor stond, voor het voorkomen van verbinding met de ander?

Terwijl ik daarover puzzelde dacht ik terug aan twee TV programma’s over Toon Hermans op tweede kerstdag. Diverse artiesten zongen zelf gekozen liedjes van Toon. ‘s Ochtends, in ‘Een nieuwe jas’ waren daar clipjes bij gemaakt, die daarna zelf door Toon werden becommentarieerd. Hij vertelde dat hij daarmee juist het kleine, het specifieke, die ene speciale herinnering wilde benadrukken. Prachtige verhalen en mooie interpretaties, passend bij Toon en de uitvoerende artiesten.
Het ‘AVRO Toon Hermans Gala’ zou een eerbetuiging aan Toon Hermans zijn. Alles wat die ochtend langs was gekomen, wie Toon was en waar zijn liedjes over gingen was vervangen door ‘een grote show’. Zijn vrolijke, ontroerende, kwetsbare liedjes waren gearrangeerd voor een pompeus orkest. Er werden flarden van zijn conferences getoond op een reuze videoscherm en het orkest speelde er dwars doorheen. Het zag eruit alsof het ging over Toon, maar zo voelde het niet. Je miste zijn positieve benadering, zijn respect en bewondering voor de ander, zijn waardering voor het kleine, het specifieke en het unieke. De verbinding met Toon was verloren gegaan.

Dringt dit gevoel van verlies ook bij politici door? Is het einde van het ‘beheerstijdperk’ nabij? Je hoort het vaker op straat, in gesprekken met vrienden, kennissen en tijdens toevallige ontmoetingen. De verbinding tussen mensen, waarbij het kleine en specifieke binnen en buiten jezelf waarde heeft en aandacht krijgt. Is men is hier naar op zoek? Is dit ook waar de burger voor heeft gekozen afgelopen november?
Grote onderwerpen, waarin zaken verloren zijn gegaan – veiligheid, zorg, onderwijs, integratie, het milieu, globalisering – staan steeds vaker op de agenda. Is dit een gevolg van het besef dat er iets ontbreekt? Gaan we in 2007 op zoek naar het kleine en fijne? Zou 2007 het jaar van ‘kleinschaligheid’ worden?

In het verdrag van de Europese Unie is het subsidiariteitsbeginsel vastgelegd. ‘Het beoogt een besluitvorming te garanderen die zo dicht mogelijk bij de burger staat’, zo meldt het Europees glossarium. Wie volgens dat beginsel beleid maakt hoeft zich niet te verschuilen achter Europese of nationale regelgeving. Dan kijk je naar wat specifiek is voor Nederland, de provincie, de gemeente, de plaats en de betreffende buurt of wijk en je verdiept je in de ander, in het kleine, het specifieke, het situationele.

Je hebt daarvoor wel het inlevingsvermogen van mijn vriendin nodig en een klein beetje van het voorstellingsvermogen van Toon.

Door Leonie van Dinten